252

boekbeoordeeling.

in het spel kan zijn en zoowel handgeld als aanbrengpremie beter besteed konden worden door daarmede de positie der schepelingen in den dienst en bij het verlaten van dezen te verbeteren en daarbij zelf den weg tot de bevolking te zoeken door van bestuurswege cle geschikte elementen& uit de bevolking tot dienstneming bij de marine te trekken met behulp van een volkomen geoorloofde propaganda voorden marinedienst door bet Binnenlandsch Bestuur, De gang van zaken en de misbruiken zooals de schrijver die bij' de werving van de marine in Indië aangeeft of veronderstelt, zijn blijkens de telkenmale op het wachtschip te Soerabaja gebleken gevallen, juist geteekend en het verdwijnen der wervers is daarom zeer gewenscht.

Het beste zal onzes inziens zijn om de wervers, indien het B. B. hulp gaat verleenen, geheel af te schaffen. Zij bestaan op het oogenblik alleen te Soerabaja en gaat men met de wervers concurreeren dan is hun tegenwerking zeer waarschijnlijk ernstiger te duchten dan wanneer zij alle kans op verdiensten hebben verloren en werft men aan in andere streken, waar goede elementen voor de marine te vinden zijn, dan is het beter daar de werving maar dadelijk door middel van het 11. B. te beginnen en geen inlandsche wervers te scheppen. Red.

Le passage des uavires de guerre dans les eaux de r liscaut occidental, par R. de Ryckere.

Deze verhandeling, voorkomende in de aflevering No. 5 van Mei 1914 van ,,le Droit Maritime", geeft een zeer zuiver en volmaakt onpartijdig betoog omtrent de kwestie der Wester Schelde.

Het door den schrijver ingenomen standpunt komt volmaakt overeen met het standpunt door onze Regeering ingenomen tijdens de beraadslagingen over het fort te Vlissingen.

^ De schrijver zegt ten slotte „La question que nous venons d' examiner librement, en toute indépendance, est de celles qui doivent être traiteés avec une extréme prudence et sans parti pris" en laat daarop volgen: „II est possible et il est désirable qu' elle regoive une solution également favorable aux deux pays intéressés."

Of de Nederlandsche bepalingen echter ooit dusdanig zullen kunnen worden gewijzigd, dat voor België niets meer te wenschen blijft, is zeer de vraag. Wij kunnen ons hier-