TORENS VOOR DE ZWARE ARTILLERIE ENZ.

299

Duitschiand.

Gepantserde kruisers.

56. „Koon" 1903/04 9.500 t. 4 21.

Voor en achter een tweelingtoren, in het midden het krachtige middelbaar geschut.

57. „Gneisenau" 1906 10.600 t. 8 21.

Voor en achter een tweelingtoren, boven de centrale kazemat met 6 15, een 21 cM. kanon in afzonderlijke kazemat in elk der hoeken.

58. „Blücker" 1908 15.800 t. 12 21.

Zes tweelingtorens in dezelfde opstelling als op de „Nassau". Middelbaar geschut in de centrale kazemat 8 15 cM.

59. „Von der Tann" 1909 19.400 t. 8 28.

Opstelling als op de „Kaiser", alleen ontbreekt de hooger geplaatste toren vóór. 10 15 cM. in centrale kazemat.

60. „Meltke" 1910/11 23.OOO t. 10 28. Precies als „Kaiser", alleen 12 15 inplaats van 14 15.

61. „Seydlitz" 1912 25.000 t. 10 28. Vergroote copie van de „Moltke".

62. „Derfflinger" 1913/15 28.000 t. 8 30.5.

Opstelling der vier tweelingtorens als op „Ersatz Wörth", eveneens 16 15 cM. in de middelbare batterij.