326

HET TURKSCHE RIJK IN EUROPA.

De opmarsch van het 2e legerkorps der Serven naar Sofia over Pirot, Tsaribro Slivnitza, die van het ie en 3e (hoofdmacht) langs de beide wegen: Kumanova Egri-Palanka-Kustendil en Kumanova-Vranje-Trön.

Het Grieksche leger was aangewezen op de wegen dooide dalen der Mesta en Stroema, welke over Doepnitza naar Sofia loopen. De weg Keuprulu-Stip-Kotsana door het dal der Bregalnitza, welke zich vertakt nabij de natuurlijke stelling welke hier gevormd werd tegen de Bulgaarsche linie Doepnitza-Kustendil, kon cle verbinding tusschen den Servischen rechter- en Griekschen linkervleugel tot stand brengen.

In getalsterkte kwam het Bulgaarsche leger ongeveer overeen met de verbonden Grieken en Serven. De kansen stonden vrijwel gelijk, voor de Bulgaren zeker niet slecht, ware het niet dat het dreigend Rumeensche en het ontwakend Turksche leger hen verlokten clen beginstoot met een deel instede van alle beschikbare krachten uit te voeren.

Hier had het Bulgaarsche opperbevel de situatie, waarin de oorlogspartij het land gebracht had, kunnen redden, door onverwijld met algeheelen inzet de verbonden legers van elkaar te scheuren, hetgeen door de bezetting van de Ovre Polje en de Vardar-overgangen bij Krivolak in het bereik lag.

Het Bulgaarsche krijgsplan had echter misgerekend!

In de driewekenlange worsteling wordt cle Bulgaar voet voor voet naar de grens tusschen de Kriwa en den bovenloop der Bregalnitza teruggedrongen.

De Grieken omvatten den Westelijken vleugel (Dojran) der Bulgaarsche stelling en voeren bij Likowan eene doorbreking uit, zoodat de Bulgaren terugtrekken achter het hooge bergland aan den bovenloop der Stroema aan weerskanten van den Kresna pas.

Terwijl de Grieken het front der Bulgaarsche stelling door herhaalde aanvallen bezighouden, trachten zij deze Oostelijk aan de Mesta, Westelijk aan de Bregalnitza te omvleugelen.

De Bulgaren zijn niet bij machte de Grieksche aanvallen beslissend af te wijzen. Hun hoofdmacht verspeelt zich aan een vruchteloos offensief tegen de Serven, is derhalve hier, waar de rollen aan het wisselen zijn, verloren gegaan. Tijdig om een ramp te verhoeden, te laat om nog op succes te mogen hopen, komen de Bulgaarsche troepen uit het Noorden afzakken en wordt de aanvalskracht der Serven en Grieken met inderdaad loffelijke taaiheid gebroken en aan hunne samenwerking een eind gemaakt.

Als de Bulgaarsche kansen een weinig op cle Grieken gaan winnen, rukt het Rumeensche leger Bulgarije binnen en staat