4I2

UIT DE PERS.

Tegen ingezetenen van Ned.-Indië, die immers noch artillerie, noch torpedo's hebben, kan men volstaan met gewone stalen ongepantserde schepen. In mijn tijd zond men, toen de Europeanen te Samarang het bestuur wat in het ootje namen om bespottelijk hooge aanslagen in de bedrijfsbelasting, een ram torenschip op hen af; telkens hoort men nog van pantserdekschepen en kruisers, die gedurende den betrekkelijk korten tijd, dat zij niet in een dok liggen om te repareeren, tot diensten gecommandeerd worden, die desnoods even goed door houten schepen verricht hadden kunnen worden.. Als er schijfgeschoten of met torpedo's geoefend worden moet, waarom moeten die kanonnen, enz,, dan op een zwaar gepantserd schip staan ? Waarom moet al dat cleadweight voortdurend worden meegesleept? Kost dat soms niets?

Tegen een jaar oorlog hebben wij een eeuw vrede en voor cle vredesfuncties der marine evenals voor expedities tegen ingezetenen kan men volstaan met ongepantserd materieel. Men bouwe groote, een kalme gang loopende schuiten, zoo mogelijk motorschepen, als meer nuttige ruimte aan boord opleverende, minder machinepersoneel behoevende en meelopen dek gevende. Aan boord moeten goede hutten zijn voor zeeofficieren, die te voornaam zijn in rang om een torpedoboot of duikboot te commandeeren of te oud om in zulke schepen lang gezond te kunnen blijven. Zij moeten ingericht zijn op het vervoer van expeditionaire troepen en om de aflossingsmanschappen der kleine torpedo- en duikbooten te logeeren ; voorzien zijn van eene lanceerinnchting voor exercitie met torpedo's en enkele ook van een of meer zeer zware kanonnen voor het exerceeren en schijfschieten, zoomede van licht geschut. Allen voorzie men van inrichtingen om aero- en hydroplanes te bergen en te laten vliegen.

Tegen den buitenlandschen vijand schaffe men, in afwachting van het oordeel van meer bevoegde admiraliteiten geen dreadnoughts aan, doch mijnen, torpedobooten, destroyers, onderzeeërs, aero- en hydroplanes en verder zoogenaamde moederschepen. Ik, als leek, zoude mij die voorstellen als zeer groote ongepantserde motorkasten, met zulke krachtige machines, dat zij ieder slagschip, dat zij tegenover zich kunnen krijgen, ontvluchten kunnen : „dreadalls".

Aan boord moet voldoende logies zijn voor hoofdofficieren, voor de eigen bemanning en voor cle bemanningen der duiken kleine torpedobooten, welke hun vreeselijk vermoeiend en alle inspanning van lichaam en geest vergend werk niet lang achtereen kunnen volhouden ; verder zullen zij moeten wezen drijvende fabrieken, magazijnen voor oorlogsmateneel en