luitenant ter zee j. g. snethlage.

485

Diezelfde Oceaan-deining nu, die bij het oploopen van den bodem in de nauwte, zulke grondzeeën te voorschijn roept, stuift tegen het zandige strand van de Kroeng-RabaBaai op in krullers, waarvoor de besten onzer stoere vletterlieden op de Hollandsche kust ontzag zouden hebben

Heeft men lang geduld, dan vindt men wel eens een paar uur betrekkelijke kalmte ; ook de branding-tyran heeft zijne goedige momenten. In den ochtend van den 26 Juni was het kalm weer, met aflandigen wind. Van de „Watergeus" werd een groote sloep met flnke roeiers onder bevel van den luitenant ter zee 2e kl. J. G. snethlage gezonden om eene spoed-dépêche naar de autoriteiten aan den wal te brengen.

De sloep kwam goed door de branding ; in den namiddag om 2 uur zou zij beproeven naar boord terug te gaan ; nu moest men tegen de branding in.

Plotseling zag men van de schepen op de reede de sloep op haar spiegel overeind staan, en 't volgend oogenblik omgekeerd neergesmakt in de golven, en de geheele bemanning te water.

De reddingboot van de „Soerabaya", die uit voorzorg buiten de branding gereed had gelegen, stelde dadelijk al het mogelijke tot redding in het werk, doch kon niet verhoeden dat 5 matrozen en 1 marinier verdronken ; de drenkelingen, waaronder een zwaar gekwetst was, werden in de versterking binnengebracht.

Natuurlijk werd na dit tragisch voorval over een embarkement van 6 compagniën infanterie met artillerie en bespanning en een aantal dwangarbeiders niet meer gedacht; nochthans mocht het gelukken, in den ochtend van den 28en de gewonden op elf na, een voor een met de reddingboot door de branding en zoo op de „Watergeus" en „Bandjermassing" te brengen, nadat men er ook in geslaagd was, een voorraad levensmiddelen voor de benting uit een, inmiddels ter reede gekomen transport-stoomschip aan wal te brengen.

De overige gewonden en het materieel der artillerie, dat men ook nog had gehoopt, naar boord vervoerd te krijgen, gingen nu over land onder dekking van 2 comp. infanterie; de andere 4 comp. waren reeds daags te voren onder majoor Coblijn vertrokken ; al deze troepen zagen geen vijand.

Het openen der gemeenschap met den wal te Kroeng Raba had aan de zeemacht 6 menschenlevens gekost, van welk offer geen gewag werd gemaakt in het overigens zoo volledige werk van Dr. E. B. KlELSTRA, „Beschrijving van