DE INVLOED VAN METEOROLOGISCHE FACTOREN OP DE DRAADLOOZE TELEGRAFIE,

door Dr. PAUL LUDEWIG.

(Met toestemming van den schrijver vertaald uit de „Annalen der Hydrographie und Maritimen Meteorologie", Heft II, 1914, door P. C.)

I. Inleiding.

In de eerste jaren van de ontwikkeling der draadlooze telegrafie was het streven er voornamelijk op gericht, een methode te vinden, waarbij zooveel mogelijk ongedempte golven van groote intensiteit opgewekt werden. De door marconi bij zijne eerste proefnemingen gebruikte schakeling werkte in dit opzicht betrekkelijk ongunstig. Hierbij werden n.1. door het luchtnet zeer sterk gedempte golven uitgezonden, welke door alle, binnen een zekeren afstand liggende, stations, onverschillig of deze al dan niet zuiver waren afgestemd, werden ontvangen.

Dit kwaad kon slechts verholpen worden, wanneer men ongedempte golven kon opwekken, waardoor slechts dat station kan ontvangen, dat zuiver op de uitgezonden golflengte afgestemd is. Dat was tot dusverre de hoofdzaak.

In snelle opeenvolging werden de in deze richting verkregen verbeteringen bekend, waaraan de namen van Braun, Poulsen, H. Th. Simon, M. Wien, Marconi, Goldstein en Graaf Arco verbonden zijn.

Op het oogenblik zijn wij in deze richting zoo ver gevorderd, dat het ideaal der eerste ontwikkelingsjaren ongeveer bereikt is. De lichtbogen van PüULSEN en H. Th. Simon, de „Stoszerregung" volgens M. Wien, de hoogfrequentie-machines van Goldstein en Graaf Arco streven alle het gewenschte doel na en bereiken dit ook op eenige kleine onvolkomenheden na. Er bestaat thans niet één, doch zooals het aantal namen aangeeft, een aantal methodes, die ongedempte, of tenminste practisch ongedempte, slingeringen opwekken, zoodat daarmede in dit opzicht een bepaalde phase der ontwikkeling is afgesloten.

Bij het practische gebruik dezer nieuwe methodes traden nieuwe vraagstukken naar voren.

Parallel met de volmaking van de geverinrichting ging