de invloed van meteorologische factoren enz. 495

het streven, zoo groot mogelijke afstanden te overbruggen. Reeds bij de proefnemingen over kleine afstanden was het nu en dan gebleken, dat de afstand, die overbrugd kon worden, niet slechts van de inrichting der gever- en ontvangertoestellen, of van de demping der golven of van de gevoeligheid van den detektor afhing. Het scheen veeleer dat de werking anders was, naar gelang men de proeven overdag of 's nachts deed. Dit feit kwam bijzonder duidelijk aan het licht bij de eerste proefnemingen over groote afstanden, die Marconi publiceerde. Hij vond bij eene poging om draadloos van Engeland naar Amerika te telegrafeeren, dat de intensiteit van ontvangst des nachts twee tot driemaal die van overdag bedroeg. Daarmede trad een factor in de draadlooze telegrafie op, waarmede tot nu toe in het geheel geen rekening gehouden was en die van toen af een gewichtige rol in hare ontwikkeling speelt, n.1'.: de invloed, dien meteorologische factoren uitoefenen op de golven bij hunne voortplanting in de ruimte tusschen het geveren ontvangerstation.

Wij zullen in het volgende de resultaten geven der, in deze richting genomen, proeven.

II. De voortplanting der electrische golven.

Een luchtdraad straalt electrische golven uit, die zich langs de aardoppervlakte uitbreiden. Laat men voorloopig de bolvormige gedaante der aarde buiten beschouwing, dan neemt het amplitudo der golven met toenemenden afstand r af en wel omgekeerd evenredig met r. Dat is echter niet zonder meer geldig; er bestaan verschillen, naarmate de electrische geleidbaarheid van den bodem goed of slecht is, terwijl ook de golflengte van invloed is.

Met toenemende golflengte verkrijgt men bij dezelfde energie in den luchtdraad een veel grootere draagwijdte dan bij kleine golven.

Beschouwen wij echter slechts een bepaalde golflengte en een bepaalde gesteldheid van den aardbodem, zooals bijv. bij proefnemingen tusschen twee schepen, waartusschen zich slechts water en geen land bevindt, dan vinden wij in dit geval voor het amplitudo :

A = AQ X —, waarin AD het amplitudo bij het geverstation is.

Houdt men echter rekening met de kromming der aardoppervlakte, dan wordt deze formule op twee manieren ge-