Ol' DE DRAADLOOZE TELEGRAFIE

519

met een goed geleidend vermogen, terwijl tusschen de beide laatste een langzamen overgang plaats heeft. In dit geval zouden de door een gever-station op de aardoppervlakte uitgezonden golven zich tusschen twee geleidende lagen voortplanten

Wanneer een zoo sterke ioniseering in de atmosfeer

mogelijk is, dat die een belangrijken directen of indirecten invloed op de golven uitoefent, dan moet men er ook rekening mede houden, dat in de atmosfeer door verticale luchtstroomingen, door wolken, nevel, etc. het geleidend vermogen in lagen van dezelfde hoogte op verschillende plaatsen zeer kan uiteenloopen. Zulke verschillen kunnen dan weer de golven door strooiing, reflexie, absorptie etc. belangrijk storen en eventueel ook interferentie verschijnselen teweeg brengen".

De ook hier besproken, door Marconi het eerst gevonden, onregelmatigheden bij zonsondergang en opkomst verklaart Zenneck door fig. 10.

„In de figuren is de verdeeling van licht en duister (het laatste geharceerd) voor de tijdstippen van maximale en minimale geluidsterkte aangegeven. Daaruit volgt dat voor de waarnemingen van marconi een verklaring gevonden zou zijn, wanneer de golven in het geioniseerde deel een kleinere voortplantingssnelheid hadden dan in het niet geioniseerde en bij den overgang van de zwak geioniseerde in de sterk geioniseerde deelen van de atmosfeer en omgekeerd een sterke reflexie ondergingen.

Fig. 10.

KlEBITZ.

Een overeenkomstige verklaring als ZEHNDER geeft KlEBITZ. „De dichtheid en daarmede de brekings-eoèfficienten voor electrische golven neemt met de hoogte boven den aardbodem af. Dientengevolge is de voortplantingssnelheid der golven in de hooge lagen iets grooter dan in de lagere en een rechtlijnige gepolariseerde golftrek, die zich evenwijdig aan de aardoppervlakte voortplant, moet naar de aarde toe gebroken worden".