556 bescheiden uit de archieven der marine,

inwoners van de Oude Sluis. Zij is van vier dagen vivres voorzien.

99. Kikkert aan Burgemeester van Rotterdam.

15 Uec. 1813 *).

Ik ben geïnformeerd, dat door de menigvuldige passage van Troepen langs Hardinxveld aldaar geene vivres meer te bekomen zijn, zoodat de hongerige schuitenvoerders reeds uit de kanonneerbooten zijn moeten gespijzigd worden, wilde men niet dat dezelve verliepen, zooals reeds verscheiden gedaan hebben, en daardoor een geheele stagnatie in den overtogt der Troepen zoude komen.

In deze omstandigheid heb ik goedgevonden te moeten gelasten om oogenblikkelyk naer Hardinxveld te zenden de noodige rantsoenen voor 110 koppen gedurende 8 dagen; dan ik neem de vrijheid UE. te verzoeken, van Uwen kant insgelijks de noodige maatregelen te nemen, om de ongelukkige bewoonders van Hardinxveld te hulpe te komen, zonder hetwelk men te wagten heeft dit Dorp geheel zal verlaten worden, en daardoor de militaire operatiën hoogst benadeeld zouden worden.

100. Keiler aan van der Hoop.

16 Dec. 1813 2).

(Verkort). De admiraal kikkert, welke mij met het commando der Flottille tot dekking der stad Dordt en op de bovenstroomen vereerd heeft, heeft mij tevens gelast U H.E.G. rapport te doen, wanneer er iets bijzonders te melden was.

Heden heb ik van den Adjudant van den Generaal von Kroph 3) bericht ontvangen, dat Woudrichem en Loevestein ingenomen zijn.

In Gorcum zijn ruim 3000 man, tamelyk wel van vivres voorzien.

Drie der booten van de flottille onder mijne orders liggen bij het Sleeuwijksche veer, om de communicatie tusschen Gorcum en die plaats af te snijden en te beletten ; twee van

!) Uit Rotterdam. — Kopieboek van Kikkert. R. A.

2) Uit Hardinxveld. — Arch. dep. van marine, portefeuille: Resolutun 8—31 Dec. 1813. Schrijver geeft zich den titel van: De Kapitein C. r. W. KELLER, commandeercnde 's lands flottille voor Dordrecht en op ae

. bovenstroomen.

3) Zal wel VON KRAFFT moeten wezen.