HET PERSONEELVRAAGSTUK BIJ DE MARINE.

679

Door zijn geringe geschooldheid is het personeel echter genoodzaakt in dienst te blijven; bovendien bezit het geen enkele bevoegdheid of brevet dat bij terugkeer in de burgermaatschappij kan steunen, hetgeen vooral voor de gehuwden een groot nadeel is.

Personeel in voldoend aantal, bovendien geschikt en bekwaam, i s te verkrijgen — zonder toepassing van het zeemilitiestelsel — mits het vraag- en aanbodstelsel worde herzien.

Het is daartoe noodig dat den vrijwilligers vakkennis als premie voor een zeker actief dienstverband wordt gegeven.

Geeft men den jongelieden — in de eerste plaats die van het platteland en de eilanden — d a d e 1 ij k na het verlaten der lagere school op eene marine ambachtsschool gelegenheid tot voortgezet onderwijs -- dat zij anders door woonplaats of economische omstandigheden niet zouden kunnen krijgen — dan zal het actieve dienstverband dat de kosten van onderwijs moet vergoeden, niet langer dan 4 a 5 jaar behoeven te zijn om beneden de uitgaven te blijven, welke nu worden besteed.

De marine beschikt dan zoo de duur der school bijv. 4jarig is en het dienstverband bijv. 5-jarig, bij een toelating van b ij v. 500 jongelieden per jaar over 2500 — voor alle werk geschikte — handlangers in actieven dienst, wier leeftijd van 17 a 18 tot 21 a 22 jaar bedraagt.

De bedoeling is deze handlangers zoowel tijdens hun opleiding als tijdens hun actief dienstverband den graad van matroos te geven en hen na afloop van dit eerste dienstverbaud met groot verlof te zenden.

Zij worden genoemd naar en ontvangen een onderscheidingsteeken in verband met het beroep waarin zij opgeleid zijn.

Het hieraangegeven stelsel is dat eener v r ij w i 1 1 i g e militie.

Aangezien de dienstname op onderwijs berust en het karakter draagt eener militie (begrensd dienstverband) behoeven de traktementen van de in opleiding zijnde handlangers, zoomin als van de in actieven dienst zijnden, hoog te zijn.

Voor dienstverrichting in de tropen kan een matige toeslag gegeven worden.

In dienst zullen de handlangers voor alle werkzaamheden gebruikt worden, wat geen bezwaar is op dezen jeugdigen leeftijd.

Ontevredenheid over den aard van het werk komt dan nog niet voor.

Voldoende bezigheid en leiding blijven echter even noodzakelijk als bij ieder ander stelsel.

Indien de hierboven bedoelde jongelieden, na afloop- van