UIT DE PERS.

697

Gelooft eindelijk deze Minister, dat hij het eeuwige ministerieele leven heeft?

Eerst den oorlog afwachten, dien bestudeeren, dan een plan ! Maar tegen dien tijd viert de partij-politiek immers al lang weer hoogtij.

Tegen dien tijd is vermoedelijk het huidige ministerie reeds weder verdwenen en daarmede ook de Minister van Marine.

Dan zal Z. Exc. al die jaren hebben gemediteerd en plannen gemaakt, zonder dat er iets tot stand is gekomen.

Daarom, Excellentie, toch niet zoo krampachtig aan uw vaste plan (stelsel heette het vroeger, en daaraan hebben we er in de vorige eeuw halve dozijnen gehad) vastgehouden.

Een goede, volwaardige onderzeeboot past immers in elk systeem!

Er ligt een breede weg tusschen stelselloosheid en niets doen. Dat is de breede weg van een krachtige, gezonde oorlogsvoorbereiding!

Bedenk toch, dat wij over eenige jaren voor geheel Insulinde drie onderzeebooten zullen hebben!

Goede, uitstekende onderzeeƫrs zijn ook thans te krijgen. Wij kunnen ze niet aanbouwen.

Maar de heer BlCHON VAN YSSELMONDE noemde u wel het goede adres. Dat hebben onze allereerste onderzeebootspecialisten ons verzekerd !

Daartegen zullen vermoedelijk bezwaren bestaan aan Uw Departement. Elk bureau zal er wellicht eenige hebben. Materieel, personeel, staf! Daartegen zullen ook in de Kamers bezwaren bestaan.

Maar wanneer wij ooit eene Marine zullen krijgen, zooals wij die moeten hebben, eene zooals ook Uwe Excellentie zich die voorstelde, toen zij in de Marine-Vereeniging haar krachtig geluid deed hooren, dan moet bij onze oorlogsvoorbereiding over bezwaren van deze grootte-orde heen gestapt worden.

Anders krijgen wij haar nooit!

En dan zou Uwe Excellentie geschaard worden in de lange rij van Ministers, die, o zoo goed!, gewild hebben, maar wien het niet gelukt is de Marine uit haar verval op te heffen.

Het vaderland, de Marine en U, Excellentie, alle drie hebben beter verdiend.