militaire gereedheid.

753

onder de bekoring te brengen van den een of anderen strateeg, wien het om een groot aantal van wat men met een technisch woord als „keys" van een positie aanduidt, te doen is. Wanneer dit het geval is, dan is het militaire element misschien onbewust beïnvloed door een lofwaardig verlangen naar persoonlijke onderscheiding, geneigd het staatsbeleid gebiedend voor te schrijven, zonder een voldoend omvattende blik op de nationale nooden en behoeften te bezitten. Dergelijke gevallen komen veel in het buitenland voor. Earl comer, die verscheidene jaren Engeland's GouverneurGeneraal van Egypte was en behoort tot de bekwaamste staatslieden van onzen tijd, zegt:

„Mijn eigen ondervinding in zulke gevallen brengt me tot het besluit, dat in de meeste zaken die een gemengd militair politiek karakter dragen, er zich in het algemeen een begin stadium voordoet, waarin de staatsman, als hij dat wil, een volledige en werkdadige controle kan uitoefenen over de handelingen van den militair, maar dat als deze controle eenmaal, al is het nog zoo weinig, verslapt is, ze niet teruggewonnen kan worden, alvorens er zich in den loop der opvolgende gebeurtenissen een nieuwe phase voordoet, die een geschikte gelegenheid aanbiedt voor het civiele en staatkundige gezag om zich op nieuw te doen gelden."

De dubbele rol van den militair in dit land, eerst als de militaire raadgever voor de staatkunde en ten tweede als het aangewezen instrument om de militaire macht te gebruiken, als de oorlog eenmaal verklaard is, maakt een loopbaan mogelijk zoo vol vooruitzichten en mogelijkheden, dat de meest eerzuchtig aangelegde er zich door bevredigd kan gevoelen. In beide rollen de kennis van de menschelijke omstandigheden en van de menschelijke natuur, het omvatten van technisch militaire zaken, de heerschappij over dat net van grondwaarheden en veranderlijken, dat begrepen wordt onder de namen van strategie en taktiek, het gereedmaken van lang doordachte plannen, gebaseerd op dit alles, welke hem in staat zullen stellen het werk te doen dat de staatsman hem aanwijst — voorwaar de onafgebroken arbeid van een geheelen menschenleeftijd is niet te lang voor het verkrijgen en verwerken van al deze kennis. Er is geen geplaveide weg naar de plaats van een opperbevelhebber en slechts weinigen zijn ooit dwaas genoeg geweest om dit zelfs een oogenblik te denken.

De „Council of National Defence". Zoowel de omvang van de vraagstukken, waarom het gaat