794 bescheiden uit de archieven der marine,

den winter moet zoeken, kunnende die niet voor gem. plaats blijven liggen.

146. Kikkert aan van Zuylen van Nijevelt.

4 Januari 1814.

De Admiraal enz.

Gelast den kapitein ter zee Van zuylen Van NlEVELT, commandeerende 's lands schoener de ,,Bankert" met den meesten spoed te zeilen naar Tholen, Bergen op Zoom en Zeeuwsche stroomen, de aldaar zijnde of nog komende oorlogsvaartuigen onder zijne orders te nemen, gecombineerd te werk te gaan met den Engelschen commandant van de zee- of landmacht, of welk generaal daar zoude mogen commanderen, om den vijand alle afbreuk te doen zoo te water als te land — en zijn vorig commandement van de Beneden Maze over te geven aan den Collonel en Capt. ter zee DlBBETZ, thans commandeerende de forteresse van Hellevoetsluis.

Hij Commandant zal de wekelijksche rapporten doen inzenden naar Rotterdam. In deeze rapporten zullen moeten vermeld zijn de naamen, toenamen en qualiteiten der manschappen enz. . . . Verders wordt hij Capitein verantwoordelijk gesteld voor alle disorders, die door overplaatsingen of verruilingen van manschappen door officieren van 't eene vaartuig op het andere plaats mogte hebben.

Ten laatste ingeval hij Commandant door opkomende vorst verpligt werd om met zijne onderhebbeude vaartuigen eene haven of schuilplaats door de ijsgang te zoeken, zal hij na soldaat- en zeemanschap te werk moeten gaan, en de digst bijzijnde plaats der geallieerde armee zooveel mogelijk in het oog houden, doende mij van alles kennis dragen, wat bij deeze zijne onderhebbende flottille van aanbelang mogt geschieden of wat er mede verrigt is om den vijand afbreuk te doen, ten einde ik in staat wezen zal om aan Z. K. Hoogheid en den commissaris-generaal der marine te kunnen rapporteeren zooals behoord. 2)

(hierbij) Lijst van vaartuigen gezonden naar de Zeeuwsche stroomen:

Canonneerbooten: n°. 134 (IJ. Van Maren), n°. 176

x) Uit Hellevoetsluis. — Kopieboek van Kikkert. R. A.

2) Dienzelfden dag schreef de secretaris van het departement der marine Job May officieus aan Van Zuylen, dat hij de bevelen van Kikkert moest opvolgen.