WIJZIGING EN AANVULLING VAN DE „BEVORDERINGSWET VOOR DE ZEEMACHT 1902" (wet van 9 Juni 1902, Staatsblad n°. 86).

ONTWERP VAN WET.

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die dezen zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten :

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodig is de „Bevorderingswet voor de zeemacht 1902" (wet van 9 Juni 1902, Staatsblad No. 86) zooals deze is gewijzigd bij de wetten van 2 Januari 1905, Staatsblad No. 3, en 5 December 1908, Staatsblad No. 348, opnieuw op sommige punten te wijzigen en aan te vullen ;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze :

Artikel 1.

De „Bevorderingswet voor de zeemacht 1902" wordt gewijzigd en aangevuld als in de hierna volgende paragrafen is aangegeven :

ö a. Het eerste en het tweede lid van artikel 3 worden gelezen als volgt:

Waar in deze wet gesproken wordt van „actieve bodems" worden bedoeld alle bij de zeemacht in dienst zijnde schepen of vaartuigen, mits niet in dienst opgelegd.

Waar gesproken wordt van „actieve oorlogsbodems" worden bedoeld alle in dienst zijnde oorlogsschepen of -vaartuigen, mits niet in dienst opgelegd, welke voor verdediging buiten de zeegaten zijn bestemd, zoomede pantserbooten en mijnenleggers van meer dan 400 ton walerverplaatsing.

§ In artikel 8 worden de woorden „adelborsten der eerste klasse" vervangen door „luitenants ter zee der derde klasse".

« c. In artikel 9 worden de woorden „adelborst der eerste klasse" vervangen door „luitenant ter zee der derde klasse".

% d. In artikel ga wordt het voorkomende onder a vervangen door:

a. den rang van luitenant ter zee der tweede klasse zes jaren bekleed en daarvan ten minste drie jaren gediend hebben op actieve bodems, geen instructieschepen uitsluitend bestemd voor diensten in een haven of op eene reede, en geen wacht- of logementschepen ;

b. op de sub a bedoelde actieve bodems ten minste twee jaren buitengaats gediend hebben ;

De in dit artikel bestaande bepalingen onder de letters b en c worden aangeduid respectievelijk onder de letters c en d.

% e. Artikel 10 wordt vervangen door een nieuw artikel 10, luidende:

De luitenants ter zee der eerste klasse moeten, om voor bevorderingin aanmerking te kunnen komen :

a. vier jaren dien rang bekleed hebben ;