62

WIJZIGING EN AANVULLING VAN DE „BEVORDERINGSWET

Er werd geene aanleiding gevonden om den tijdsduur van het bevel in rekening te doen brengen bij den geëischten diensttijd als bevelhebber op actieve bodems of oorlogsbodems, hetgeen tot dusverre voor cle commandanten over torpedobooten met eene waterverplaatsing van 140 ton of meer, behoudens enkele restricties, wel het geval was. Aangezien het bevel over een torpedoboot of onderzeeboot echter niet kan worden beschouwd als een bevel in vollen omvang, werd het niet wenschelijk geoordeeld den duur van zoodanig bevel mede te rekenen. Overigens zal de diensttijd voor de varende officieren, zoowel in Nederland als in Indië, voor de helft worden aangemerkt als diensttijd op een actieven oorlogsbodem; evenzoo zal in Indië als diensttijd buitengaats de helft van den duur der plaatsing in rekening komen, maar in Nederland daarentegen geen diensttijd buitengaats meer worden gehaald. Voor torpedobooten, die reizen of tochten van langen duur maken, zal voortaan zoowel in Nederland als in de koloniën worden bepaald, dat de bemanningen gedurende de reis beschouwd zullen worden als niet bij den torpedodienst gedetacheerd, waardoor de duur van de reis geheel in rekening komt als diensttijd op een actieven oorlogsbodem buitengaats. Dit laatste zal dus ook het geval zijn met torpedobooten en onderzeebooten die uit Nederland naar Indië vertrekken. De tijd, gedurende welken het bevel over deze vaartuigen is gevoerd, zal in de bovenvermelde gevallen vanzelf in rekening komen als diensttijd als bevelhebber op een actieven oorlogsbodem.

§ f. Aangezien geen tweede-luitenants der mariniers meer in de sterkte voorkomen, en het ook niet in het voornemen ligt personen tot dien rang te benoemen, kan het eerste lid van artikel 11 vervallen.

§ a: Door de gewijzigde beteekenis, welke in het wetsontwerp aan „actieve oorlogsbodems" wordt gehecht, zullen de officieren van gezondheid der 2de klasse, die vaak worden aangewezen voor plaatsingen op politiekruisers en opnemingsvaartuigen, bezwaarlijk kunnen voldoen aan den eisch van twee jaren dienst op actieve oorlogsbodems. Vandaar dat deze eisch tot een jaar is verminderd, waartegenover staat, dat in het tweede lid voor officieren van gezondheid der iiCe klasse te wier aanzien in het geheel geen dienst op actieve oorlogsbodems werd gevorderd, thans dezelfde eisch is opgenomen. Deze eisch is alleszins rationeel met het oog op de voorbereiding van deze officieren voor hunne taak bij het gevecht.

De wijziging van het derde lid is noodig in verband met de gewijzigde benaming van „dirigeerend officier van gezondheid" in „hoofdofficier van gezondheid".

« //. Artikel 13 kan vervallen, omdat geen apothekers der 2de klassemeer bij de zeemacht in dienst zijn en de militaire apothekers geleidelijk door burgerapothekers worden vervangen.

6 2'. Wijziging van artikel 14 is noodig in verband met de gewijzigde benaming van „adjunct-administrateur" en „inspecteur van administratie" respectievelijk in „officier van administratie der derde klasse" en „hoofdofficier van administratie der tweede klasse".

§ j. Tengevolge van de reorganisatie van den Marine-Stoomvaartdienst, waarbij de hoofdmachinisten zijn vervallen en vervangen door officierenmachinist der 3de klasse, is het noodig in de wet de eischen op te nemen, waaraan de laatsten hebben te voldoen om tot het examen voor officiermachinist der 2de klasse te worden toegelaten en tot dien rang bevorderd te kunnen worden. Deze eischen zijn vervat in het nieuw eerste en tweede lid van artikel 15 en komen in hoofdzaak overeen met die, welke tot nog toe aan de hoofdmachinisten werden gesteld.