n6

nadere wijziging en aanvulling van de

waarvoor een lager pensioensbedrag is vastgesteld, dat lagere pensioen zal ontvangen. Van sommige zijden werd er op gewezen, dat zulk een vermindering tot een lagere klasse plaats vindt bij administratieven maatregel van den commandant. Draagt de commandant den betrokkene daarna voor ontslag voor, en wordt dat ontslag gegeven, dan zal deze dus het lagere pensioen ontvangen, zonder dat hij in de gelegenheid was van het besluit tot zijn vermindering in beroep te komen. Dit werd door de hier aan het woord zijnde leden onbillijk geoordeeld.

Artikel 2.

Blijkens de Memorie van Toelichting is een reorganisatie van het personeel van den marine-stoomvaartdienst tot stand gekomen en worden bij deze gelegenheid de wijzigingen voorgesteld, die in verband daarmede in de wet moeten worden aangebracht. Eenige leden maakten de opmerking, dat deze aangelegenheid buiten dit wetsontwerp had behooren te zijn gehouden, aangezien het met de hoofdstrekking daarvan, verbetering der pensioenen, geenerlei verband houdt.

Aldus vastgesteld door de Commissie van Rapporteurs den ijdenMei 1914.

fock.

Drion.

Marchant.

Arts.

Janssen.

MEMORIE VAN ANTWOORD.

Voor zooveel de beschouwingen en opmerkingen, voorkomende in het Voorloopig Verslag over het wetsontwerp litt. A., ook van toepassing zijn op het wetsontwerp litt. B„ zij het den ondergeteekende vergund voor de beantwoording te verwijzen naar de Memorie van Antwoord betrekkelijk eerstgenoemd wetsontwerp. Ten aanzien van enkele beschouwingen en opmerkingen met betrekking tot het wetsontwerp litt. B., welke in die Memorie geen beantwoording vinden, moge het navolgende dienen.

Naar aanleiding van de vraag of beschikt wordt over gegevens, in welke mate en op welke voorwaarden gepensionneerden der marine elders eene betrekking plegen te vinden, wordt hierbij overgelegd eene opgave, gegevens bevattende betreffende de in de laatste drie jaren wegens langdurigen dienst gepensionneerde onderofficieren der marine. J)

In aansluiting aan hetgeen in de Memorie van Antwoord betreffende het wetsontwerp litt. A. is medegedeeld omtrent het systeem, dat bij de voorgestelde verhoogingen is gevolgd, zij er de aandacht op gevestigd, dat het wenschelijk was om voor het personeel van land- en zeemacht van overeenkomstigen rang hetzelfde standpensioen vast te stellen. Vandaar de zinsnede in de Memorie van Toelichting betreffende het wetsontwerp litt. B., dat aansluiting is gezocht bij de pensioensbedragen, welke voor de militairen der landmacht als uitkomst der verhouding tusschen de eindwedden en het maximum pensioen gemiddeld verkregen werden. Deze zinsnede zal, na hetgeen dienaangaande in de Memorie van Antwoord betreffende wetsontwerp litt. A. is gezegd, wel geen nadere toelichting behoeven. Ten gevolge van de gezochte aansluiting zijn de

l) Dit stuk is ter griffie nedergelegd ter inzage van de leden.