HANDELINGEN DER STATEN-GENERAAL.

'55

ook geplaatst worden. Op de vloot kunnen zij die vrouwen echter niet medenemen, en nu meent de „Javabode" m. i. te recht, dat daarin een ernstig gevaar schuilt voor het slagen van deze proef. Ik voor mij trek daaruit nog een andere conclusie. Wanneer men dit jonge inlandsche personeel aan boord brengt in groote afzondering, dan loopt men gevaar, dat de sexueele aandrang, die bij die jongens bestaat, in verkeerde banen geleid wordt, en het zou veel erger zijn, als zij op tegennatuurlijke wijze voor die behoefte bevrediging zochten, dan dat zij dit doen op overigens natuurlijke wijze buiten het huwelijk.

Nu heb ik gisteren reeds gezegd, dat men dit gevaar voorkomen kan door het huwelijk van die mannen zooveel mogelijk te bevorderen, maar ook door er zooveel mogelijk voor te zorgen, dat zij een normaal huwelijksleven kunnen leiden. Dit kan alleen door hun dikwijls en ruim verlof te geven. Is dit nu misschien te lastig met het oog op den dienst, dan vrees ik, dat deze mannen, wanneer zij hier of daar binnenvallen, oogenblikkelijk bevrediging zullen zoeken op zeer gevaarlijke wijze, waardoor het aantal venerische ziekten op de vloot sterk zal vermeerderen, en daarin zie ik een groot gevaar voor ons Europeesche personeel. Gaarne zou ik zien, dat de Minister alsnog deze opmerking beantwoordde.

De heer PLEVTE, Minister van Koloniën: Mijnheer de Voorzitter! Nog een zeer korte opmerking naar aanleiding van de vraag van den geachten afgevaardigde uit Weststellingwerf. Ik kan de berichten die van tijd tot tijd in de Indische pers verschijnen niet ter sprake brengen en ze nog minder controleeren, al neem ik er notitie van. Ik wil echter opmerken daf het hebben van inlandsche schepelingen in het algemeen op de handelsvloot en bij de gouvernementsmarine geen zeldzaamheid is. Zij dienen daar bij honderden en ik heb nog nimmer vernomen, dat het geslachtsleven bij die inlanders aan boord van de vloot zooveel slechter is dan bij andere groepen zeevarenden in Nederlandschlndië. Ik wil den geachten afgevaardigde uit Weststellingwerf cle verzekering geven, dat bij de organisatie van deze geheele zaak rekening zal worden gehouden met het groote belang, dat de inlander heeft bij het gezinsleven. Het spreekt vanzelf dat met het oog op den dienst op de vloot de perioden dat de menschen thuis zullen kunnen zijn niet zoo heel vaak zullen voorkomen.

Waar nu de geachte afgevaardigde spreekt over het geslachtsverkeer van personen van dezelfde sekse aan boord, heb ik geen reden om te onderstellen dat juist onder de inlanders die wij op de vloot hebben gehaald, categorieën van personen zullen zijn, die zich aan dergelijke misbruiken schuldig maken. Het is niet bekend dat inlanders die bij expeditiën langen tijd van hun vrouwen afwezig zijn, dergelijke uitspattingen begaan, als waartegen de geachte afgevaardigde uit Weststellingwerf te recht den vinger opheft.

Ik wil, om te besluiten, de verzekering geven, dat er ernstig naar gestreefd zal worden om het huwelijksleven van den inlandschen schepeling zoo min mogelijk te verstoren.

De algemeene beraadslaging wordt gesloten.

Het eenig artikel cn de Beweegredenen worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen.

Het wetsontwerp wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen.