GEWIJZIGD ONTWERP VAN WET. 167

Weduwenwet voor de Zeemacht den.dienst hebben verlaten, en aan vereenigingen tot steun van weduwen en weezen van burgerpersoneel op daggeld f 5 000.—

Art. 64. Uitgaven ingevolge de Ongevallenwet 1901, uitgezonderd die vermeld in de 2de afdeeling 4000.—

Art. 65. Vergoeding ingevolge art. 84 der Militiewet, zoomede schadeloosstellingen wegens het gemis van loon aan personen, ressorteerende onder het Departement van Marine, die voor herhalingsoefeningen of buitengewoon onder de wapenen zijn geweest, benevens tegemoetkomingen aan ingeschrevenen voor de militie of aan ingelijfden, wier inlijving, respectievelijk opkomst voor eerste oefening, op grond van het heerschen van besmettelijke ziekten of andere buitengewone omstandigheden, wordt uitgesteld .... 6 000.—

Art. 66. Subsidie aan de Koninklijke Marine-Jachtclub te Willemsoord 1 Q°o.—

Art. 67. Subsidiën en verdere kosten in verband met de verzorging van de geestelijke belangen van het personeel der zeemacht 5 000.—

Art. 68. Subsidiën aan de marine-cantines 900.—

Art. 69. Kosten in verband met de feestelijke viering van de verjaardagen van de leden van het Koninklijk Huis, van andere nationale feestdagen, alsmede van gedenkdagen, daaronder begrepen de kosten van toezicht op de vóóroefeningen voor op die dagen te geven uitvoeringen 1 200.—

Art. 70. Subsidiën voor de militaire tehuizen .... 5 000.—

Art. .71. Subsidiën aan sport en schietvereenigingen . 1 500.—

Art. 72. Subsidie aan de Koninklijke Nederlandsche Vereeniging voor luchtvaart 1 000.—

Art. 73. Subsidie aan de Noordhollandsche vereeniging „Het Witte Kruis" (afdeeling Helder) en aan de Vereeniging voor Wijkverpleging voor Hellevoetsluis en Nieuw-Helvoet. 200.—

Art. 74. Bijdrage aan het Departement van Oorlog in de kosten van het krijgsgeschiedkundig archief in het bijzonder ten behoeve van nasporingen en studiën op het gebied van de Nederlandsche zeekrijgsgeschicdenis . . . 650.—

Art. 75. Bijdrage aan het Weduwen- en Weezenfonds der militaire officieren bij de zeemacht 32 000.—

Art. 76. Teruggave van bijdragen voor pensioen aan hen, die vóórdat zij tien jaren als burgerlijk ambtenaar gediend hebben, uithoofde van ziels- of lichaamsgebreken voor de verdere waarneming van hun ambt ongeschikt en daaruit ontslagen zijn (art. 32 der Burgerlijke Pensioenwet) Memorie

f 3 399 53°.—

Totaal iste afdeeling f 16379765.—