176

MARINEBEG ROOTING VOOR HKT DIENSTJAAR 1915.

cheeren teekenaars bij Bureau Scheepsbouw f 6 480

(hun thans genoten wordende bezoldigingen zijn weder teruggebracht respectievelijk ten laste van de artt. 4 ad f 4365 en 22 ad f 3140);

de aangevraagde meerdere gelden tengevolge van de door de Regeering voorgenomen herzieningen der bezoldigingen van de bedienden in verband met te doene voorstellen tot wijziging van het Koninklijk besluit van 21 April 1913 („Staatsblad" n°. 136) 1 100

(van de in de toelichting bij het artikel genoemde som van f 1125 moet f 25 op het artikel blijven, als betreffende de bezoldiging van een in 1914 tot bode bevorderden vaste-knecht, thans voor een vol jaar uitgetrokken)

f 7~S8Ö

art. 3 : de uitgetrokken gelden voor bijzondere periodieke traktementsverhooging, volgens art. 9 van het Koninklijk besluit van 21 April 1913 („Staatsblad" n°. 136) f 350

de uitgetrokken gelden voor schrijvers op jaarloon en bedienden, in verband met de herziening van het Koninklijk besluit van 21 April 1913 („Staatsblad" n°. 136) als bij art. 2 bedoeld 800

het periodieke traktement, boven het standtraktement voor de teckenaars, bij art. 2 bedoeld 2 000

de voorgestelde traktementsverhooging voor het hoofd van het Teekenbureau voor Scheepsbouw 200

3 35°

de bij art. 3a voorgestelde persoonlijke traktementsverhoogingen 225

Totaal . . . f 11 155

Art. 4. Dit artikel is verhoogd met f 4365, wegens de bezoldiging van drie teekenaars, wier traktement aanvankelijk onder het aangevraagde bedrag van de artt. 2 en 3 was begrepen.

Art. 9. De voorgestelde traktementsverhoogingen voor den scheikundige en den adjunct-scheikundige zijn van de begrooting afgevoerd.

Art. 12. Als bij art. 9 ten opzichte van het personeel bij de verificatie van 's Rijks zee-instrumenten te Leiden. Wat den adviseur-verificateur betreft, bedraagt de vermindering' f 300, omdat van de voorgedragen verhooging f 200 ten laste van de Indische begrooting zou worden gebracht.

Met betrekking tot het loon van den schrijver en den bureeloppasser wordt verwezen naar de toelichting bij art. 22, daar dezen deel uitmaken van het personeel van 's Rijks personeel van 's Rijks werf te Amsterdam.

Ilde Onderafdeeling.

Art. 15. Aangezien de herstellingen van Hr. Ms. pantserdekschip „Holland" behalve de vuurleidingsinstallatie reeds in 1914 beëindigd zullen zijn, kon de post voor pantserdekschepen (III, C1, 2) worden verminderd met het in 1914 verwerkte bedrag; daarentegen moest de post voor pantserschepen worden verhoogd, en wel met f 10000, doordien bij het in verband met den gespannen toestand met snelheid gereedmaken van Hr. Ms. „De Ruyter" enkele voorzieningen van minder