nota van wijzigingen.

i/9

Art. 4.0a. De aanvankelijk voorgestelde nieuwe loonregeling voor het personeel der marine-bakkerij wordt ingetrokken. Wijders wordt verwezen naar de toelichting tot art. 22.

Art. 45. Vermits het zich laat aanzien, dat in het begin van 1915 minder zal worden gereisd dan aanvankelijk werd vermoed, is het bedrag van het artikel met f 6000 verminderd en teruggebracht tot het voor 1914 toegestane.

2de Afdeeling.

Iste Onderafdeeling.

Art. 77. De voorgestelde aanstelling van een tweede opzichter bij den dienst van het loodswezen, meer speciaal voor het mechanisch-technisch gedeelte bij den dienst der verlichting, moet voorloopig achterwege blijven.

Art. 79. De handhaving van de telephonische verbinding te Antwerpen is in nadere overweging genomen.

Art. 81. De voorgestelde aanstelling van een bureelambtenaar bij het loodswezen te Maassluis moet voorloopig achterwege blijven.

Art. 82. De voorgestelde reorganisatie van de scheepsdiepgangmeting moet voorloopig achterwege blijven.

Art. 79. De handhaving van de telephonische verbinding en 1 kwartiermeester op de standplaats Neuzen moet voorloopig achterwege blijven.

Art. 85a. De voorgestelde aanbouw van twee motorbooten afhaaldienst . . . . . . . . V V 'i 'V'''3 "'f' $ f 71600.—

een motorafhaalvaartuig 42 00°-—

een motorsloep 6000.—

te zamen . . .f119 600.—

moet voorloopig achterwege blijven.

Daarentegen is in stede van een bedrag van f 27 200.—, thans f45 300.— aangevraagd voor den bouw van een stalen loodschoener. Tot toelichting van deze vermeerdering moge het volgende dienen.

In verband met de geleidelijke liquidatie van 's Rijks werf te Amsterdam lag het oorspronkelijk in het voornemen in de maand October van dit jaar aan een aantal werklieden ontslag te verleenen. Als gevolg van de buitengewone tijdsomstandigheden is aan dit voornemen tot nu toe slechts voor een zeer klein gedeelte gevolg gegeven. Echter is het noodig, wil het mogelijk zijn het personeel voorloopig te handhaven, hetgeen onder de bestaande omstandigheden dringend wenschelijk is, dat aan de werf voldoende werk wordt opgedragen.

Dit kan geschieden door reeds thans aan te vangen met den aanbouw van den stalen schoener en den bouw zóó te regelen, dat de geheele schoener met 1 Juli 1915 gereed komt. Ondergeteekende heeft gemeend daartoe te moeten overgaan. Gerekend wordt, dat dit jaar nog voor een bedrag van f 10000.— zal kunnen worden verwerkt, waarvoor fondsen beschikbaar zijn.

In vergelijking met het aanvankelijk als eerste termijn voor den bouw van dat loodsvaartuig op de begrooting voor 1915 opgebrachte bedrag van f27 200.—, geeft het nader daarvoor uitgetrokken bedrag van f 45 300.—, eene vermeerdering van f18100, zoodat de vermindering van art. 85a, dienst 1915, ten slotte bedraagt f 119 600 — f 18 100= f 101 500.

Hoewel de kosten van den bouw van den loodsschoener oorspronkelijk