„bevorderingswet voor de zeemacht iq02". 275

NOTA VAN WIJZIGING.

I. Dc in het wetsontwerp voorkomende gecursiveerde woorden worden vervangen door niet gecursiveerde.

II. Artikel 1, * e.

In het vierde lid van artikel 10 worden na het woord „uitdienststclling" ingevoegd de woorden: „of indienstoplegging".

111. Artikel 2. Aan S a wordt als laatste lid toegevoegd :

De tijd, gedurende welken door officieren vóór de inwerkingtreding van deze wet het bevel is gevoerd over kanonneerbooten en andere lichte vaartuigen, telt niet mede bij den geëischten tijdsduur van het bevel over actieve bodems.

§ d. Het in den laatsten regel voorkomend woord : „officiermachinist" wordt vervangen door: „officier-machinist".

EINDVERSLAG. Bevorderingswet.

Behandeling Bevorderingswet in de Tweede Kamer.

De Commissie van Rapporteurs voor het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de „Bevorderingswet voor de Zeemacht 1902" (wet van 9 Juni 1902, Staatsblad No. 86) is, na kennis genomen te hebben van de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag wegens dit wetsontwerp, van oordeel, dat door deze gewisselde schrifturen de openbare beraadslaging over dit voorstel genoegzaam is voorbereid.

Vastgesteld den 8sten December 1914.

Knobel.

Duymaer van Twist.

Roodenburg.

J. ter Laan.

NOTA VAN WIJZIGING. (Ingezonden bij brief van 11 December 1914). I.

Artikel 1.

§ e. Aan het vierde lid van artikel 10 wordt toegevoegd: Mede kan van dezen eisch worden afgeweken ingeval tijdelijke onderbreking heeft plaats gehad en het bevel voor den duur dier onderbreking gevoerd werd door den eerste-officier.

II.

Artikel 2.

* a. Tusschen het vierde en laatste lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende :

De bepalingen van het eerste, derde en vierde lid zijn mede van toepassing op de officieren, die op of na 1 Januari 1906 den rang van