77

et Marguerite; puis, le drarnatique et émouvant duo, qui se termine par la mort des deux tristes amants.

L'interprétation fut a la hauteur de cette belle oeuvre : Delmas, de 1'opéra de Paris, venu tout exprès a Nice, incarna avec autorité et maitrise de perfection rare, le róle complexe, amoureux, brutal et sauvage de William Ratcliff.

Madame Héglon, fut égale a elle-même, c'est-a-dire, chanteuse inégalable et tragédienne puissante. Mle Mastio nous charma par sa grace dolente; M. M. Zochi (Douglas) et Aumonier (Mac Gregor), dans des röles de second plan, se montrèrent artistes et chanteurs de primo cartello.

Nos félicitations au directeur Mr Saugey, qui monta cette belle oeuvre avec les soins et la générosité nécessaires et donna aux directeurs de province, 1'exemple fécond et hardi d'une utile décentralisation artistique.

J. D. H. DE LA FÜENTE.

(1836—1906).

Den 12 Februari zal de heer J. D. H. de Fuente zijn 70ste geboortedag vieren. Als leerling van de Kon. Muziekschool te 's-Gravenhage voor fagot, violoncel, zang en theorie, werd hij in 1856 eervol met diploma ontslagen, en trad voor het eerst als solist in de muzikale vereeniging „Aurora" op.

In 1859 werd hij eerste fagottist aan het stedelijk orkest te Delft, onder directie van J. C. Boers. Toen trok hij de aandacht van J. Ed. Stumpff, die zelf solo-fagottist was, en directeur van het park-orkest te Amsterdam. Deze bood hem een voordeelig engagement aan, waarna de la Fuente in 1860 naar Amsterdam vertrok, waar hij tevens benoemd werd tot solo-fagottist der Felix-Meritis-concerten. Daar werd met goedkeuring van Joh. J. H. Verhulst, bij gelegenheid van een bezoek van H. H. M. M. Koning Willem III en Koningin Sophia (in 1868) een door hem gecompagneerde Serenade voor vier hoorns uitgevoerd, waarvoor hij een schriftelijke betuiging van dank en tevredenheid van Z. M. mocht ontvangen.

Hij componeerde en arrangeerde voor het park-orkest — later onder leiding van W. Stumpff— tal van werken, die met veel succes onder zijne leiding werden uitgevoerd. Ook dirigeerde hij vaak volks concerten, en fungeerde als directeur van de Liedertafel „Kunst en Vriendschap". Tijdens het verblijf van den Koning en de Koningin werd hem opgedragen in het Paleis op ' den Dam eenige nummers ten gehoore te brengen, o. a. een zijner