151

Klein geblazen en een solo op de Melodion, een instrument waarvan de middentonen goed klonken, doch de lage te zwak waren en te veel met bijgeluiden verbonden. De solist de heer Steup wist echter die gebreken zooveel mogelijk te bedekken.

Verder vindt men vermeld eene Symphonie van Krommer, een concert voor contrabas met orkest voorgedragen door den contrabassist van Euruditio: den Heer Thieme.

Van dit gezelschap wordt gemeld dat het ook Vrijdag, groote concerten gaf, waar de voornaamste meesters der Zondag-concerten waren geëngageerd. De symphonieën werden dan echter niet met zooveel vuur gespeeld als des Zondags, omdat er dan menige liefhebber, die nanwelijks een viool kan vasthouden, mede speelde.

De schrijver zegt verder, dat Amsterdam geen paradijs voor de meeste toonkunstenaars was. Wie in concerten en schouwburgen geëngageerd was en van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat les geeft, kan wel een goed inkomen maken, maar toch is een kunstenaar — zegt hij — hier lang niet zoo gezien als op andere plaatsen. Er zijn hier te veel menschen die alleen zin hebben voor geld, en die iemand niet naar zijn bekwaamheden, maar naar zijn rijkdom en zijne affaire schatten.

Behalve de vaste concerten is er een ware overstrooming van extra-concerten, niet alleen van vreemde kunstenaars, maar ook benefiet-concerten van inheemsche kunstenaars. Wegens deze concurrentie zal een kunstenaar die iets presteert, vooral wanneer bij goede recommandatiën heeft wel op eenig naar niet op groot voordeel kunnen rekenen. Het aantal eigenlijke kunstliefhebbers en kenners, die gaarne tot aanmoediging van een goed kunstenaar iets bijdragen, is toch naar verhouding niet zoo groot, daar men bij zulk een gelegenheid bijna altijd dezelfde gezichten ziet. (Is die laatste klacht niet ook eenigszins op ons concertwezen van toepassing? In ieder geval ziet men er uit, dat de klacht over te veel concerten in het winterseizoen niet van gister dateert.) Ook nemen sommigen der rijksten en voornaamsten wel billetten omdat het zoo hoort, maar bezoeken het concert toch zelden, daar het hen niet interesseert; er zijn echter miilionairs, die al is een kunstenaar ook nog zoozeer aanbevolen, toch niets voor den man doen en geen billetten nemen. Zoo verhaalt men o. a. dat Giarnovichi door een der rijksten wien hij dringend aanbevolen was, werd afgescheept met de woorden; „je ne suis pas amateur de musique", waarop hij zich verwijderde met de woorden: „tant pis pour vous", en er niet toe te bewegen was, in Amsterdam een concert te geven. [Wordt vervolgd).