175

genot en de vertolking van Schubert's Kreuzzug, zullen wij niet licht vergeten.

Eene jonge zangeres, mejuffrouw Annie van Dijk, gaf met den heer en mevrouw Hekking (violoncel en piano) een concert dat ik niet kon bijwonen. Naar ik vernam belooft deze zangeres in de toekomst veel, ook wat haar muzikaliteit betreft, doch men acht haar nog in het stadium der leerjaren, zoodatr voortgezette studie onder voortreffelijke leiding niet mag wo den verzuimd.

Ten slotte memoreeren wij den sonaten-avond die Julius Röntgen en Carl Flesch gaven, als derde Messchaert- en Röntgen-avond, daar Messchaert nog niet kon optreden in een, voor hem, zoo inspannend concert, na zijn ongesteldheid

Het was een zeer genotvolle avond. Zoowel de 3e Sonate van Brahms, opus 100, a. gr. t. die voor mij, in zijn nobelen eenvoud, de schoonste der drie is als de brillante Fantasie van Schubert met het gevarieerd thema van diens lied Sei mir gegrüsst, werden meesterlijk vertolkt, doch het meest genoot ik van Beethoven's Kreutzer-sonate, die het glanspunt van den avond vormde en waarbij o.a. de finale door sprekende rhythmiek een bijzonder karakter verkreeg. Dat wierp er een nieuw, verrassend licht op.

Over de uitvoeringen van de Mattheus-Passion, door het koor van Toonkunst en de Johannis-Passion, door Averkamp's A Capella koor wordt in het volgend nummer bericht. v jyj

's Geavenhage. Het seizoen loopt zoo langzamerhand ten einde. Het heeft ons niet aan muziek ontbrokeu, zeer veel is er gemusiceerd, veel is er geschreven en „last not least" hebben wij nu een eigen orchest. Hiervoor moeten wij in de eerste plaats een eeresaluut brengen aan den heer Mr. Henri Viotta. Aan zijn onvermoeid werken en geniale leiding hebben wij het te danken dat er in den betrekkelijk korten tijd van samenwerken een orchest is verrezen dat zich recht kan meten met eerste rangs-orchesten, en waardoor verscheidene talentvolle kunstenaars voor den Haag behouden blijven.

Zij die op 16 Maart tegenwoordig waren bij de uitvoering van de WagnerVereeniging hier ter stede, zullen, dunkt mij, het bovengemelde volkomen beamen. In den korten tijd dat Viotta in den Haag werkzaam is met zijn WagnerVereeniging en Residentie-Orchest, heeft de kranige leider een monumentaal werk gesticht, dat alleen nog maar wacht op een behoorlijk gebouw met voldoende de'cors. Uitgevoerd werd: Der Fliegende Hollander in concertvorm.

Het was een waar genot op zoo'n ideale wijze dat werk te hooren vertolken. „Senta" werd door mevr. Elsa Henschel—Schweitzer uit Frankfort, de „Hollander" door den Hollandschen bariton J. van Gorkom uit Karlsruhe, „Daland" door den heer Emil Holm van Stuttgart gezongen. Als „Erik", hoorden wij Friedrich Carlèn, als „Steuermann", Adolf Lussmann van Straatsburg en als Marij, mevr. Dr. Moscovieter. Al de solopartijen waren in voortreffelijke handen en de koren