178

Voor een liefdadig doel gaf men hier de Schipbreuk van Wagenaar en solo's van mevrouw Broek—Landré en mej. Nora Boas. De zangeres had zich een keurig programma gekozen dat geheel in het kader viel van Wagenaar's compositiën de Schipbreuk en Ode aan de Vriendschap. De zaal was vrij goed bezet, doch de uitvoerenden hadden aanspraak mogen maken op een talrijker opkomst. Wagenaar vervulde de piano-partij, die was dus in vertrouwde handen. Ook Schmier was goed in zijn partij; hetzelfde kan worden gezegd van den heer J. van Rennes. Het koor van den Utrechtschen Muzikalen Kring was prachtig. Mej. Boas speelde hoogst verdienstelijk eene Ballade van Chopin en Papillons van R. Schumann. Th.

Rotterdam. Zoo druk als de eerste helft van het seizoen hier was, zoo kalm is het na Nieuwjaar geworden. Met tusschenpoozen van verscheidene dagen volgen de concerten elkaar op en de muzikale kroniekschrijver doorleeft een periode van rust, als hij in vijf, zes jaar in dezen tijd van het seizoen niet heeft gekend. Zou het nu toch heusch de reactie zijn op de overdadige muziekmakerij der laatste jaren?

Sedert mijn laatsten brief heb ik slechts een tiental openbare muziekevenementen bij te wonen gehad en daarvan valt de helft buiten het kader eener eenigszins uitvoerige bespreking, omdat zij ook in de hoofdstad zijn gebeurd: Mark Hambourg verbaasde ook hier, in een klavier-recital, met een uitgebreid programma (negen „nummers", waaronder drie omvangrijke) door zijn athletische techniek een vrij talrijk auditorium; Burmester en Wijsman verrukten een eveneens vrij veelhoofdig publiek, waardoor de berispingsspeech van den eerste achterwege bleef, met hun voordrachten; en we, d. w. z. een matig aantal, grootendeels „genoodigde" hoorders, hadden ook hier de uitvoering van composities van Daniël de Lange (Lioba enz.) te verduren, zonder dat er meer dan beleefdheidsapplaus voor de prestaties der solisten door de zaal gesuisd heeft. Bovendien gaf de Fransche Opera drie voorstellingen (met Puccini's Bohème, met Faust en met Mignon) in den telkens zoo goed als uitverkochten Grooten Schouwburg.

Eruditio Musica, de bedaagde concertvereeniging, die in dit seizoen de in de laatste jaren voor haar daden verslapte belangstelling weer zag toenemen, beëindigde haar concertenreeks voor ditmaal met een concert, waarin de bekende Leipziger zangeres Adrienne von Kraus-Osborne en de cellist Mossel voor de solo-genoegens zorgden. De eerste droeg dezelfde zangstukken voor, welke zij eenige dagen later te Amsterdam zong — ook de heerlijk geïnstrumenteerde aria Dank Dir, o Gott, van Handel — en haar weelderig-welluidende stem en haar ontroerende voordrachtskunst brachten de hoorders tot geestdriftige bijvalsbetuigingen. Mossel speelde het a-moll Concert van Saint-Saè'ns, een kuisch-melodieus Air van Jean Huré, en twee composities van veel minder waardij, van Popper en van Davidoff,