muziek overeen te brengen, en daarbij gezorgd worden, dat de beteekenis van het oorspronkelijke gedicht niet verloren ging. Een alles behalve gemakkelijk werk dus.

Hierbij kwam nog dit: In den oorspronkelijken Duitschen tekst, voornamelijk in die gedeelten, welke meer als recitatief behandeld zijn, komen dikwijls rijmlooze verzen (anders gezegd „een rbythmisch proza") voor, waarvan de voordracht slechts door de muziek bepaald en bezield wordt. Andere gedeelten daarentegen — de liederen bijv. — zijn op rijm. Zoo zijn in het gesprek tusschen Venus en Tannhauser alleen de drie coupletten van het loflied op Venus streng op rijm; een voorbeeld van rijmlooze verzen daarentegen is de aanspraak van den Landgraaf vóór den aanvang van den zangerswedstrijd. De voordrachten der zangers echter zijn wederom gerijmde verzen, en deze vorm wordt in het algemeen steeds aangewend bij de lyrische gedeelten van het werk.

Edmond Roche schijnt nu deze vermenging van gerijmde en rijmlooze verzen, waarin een bepaalde poëtische bedoeling doorstraalt, niet te hebben begrepen. Geheel willekeurig maakte hij bijna uitsluitend rijmlooze Fransche verzen en handelde zoodoende in strijd met het wezen der Romaansche dichtkunst. Het is daarom verklaarbaar, dat Royer, de directeur der Groote Opera, met die vertaling geen genoegen nam en Charles Nuitter (die reeds Romeo en Julia en Oberon vertaald had) bij Wagner voor de bewerking aanbeval.

Nuitter begon het tekstboekje te verbeteren en alles op rijm te brengen. Hoe hij zich van zijn taak kweet, moge blijken uit het volgende voorbeeld, waarbij de oude Duitsche tekst en de Fransche vertaling naast elkander zijn geplaatst:

Taiinhinser. Die Zeit, die hier ich verweil, ich kann sïe nicht ermessen; lage, Monde

gibt's für mich nicht mehr, denn nicht mehr sehe ich die Sonne,

nicht mehr des Himmels

freundliche Gestirne;

den Halm seh'ich nicht mehr,

der frisch ergrünend

den neuen Sommer bringt;

die Nachtigall

hör ich nicht mehr,

die mir den Lenz verkünde.

Hör ich sie niemals mehr?

T a n n h ii u s e r. Des jours ici perdus qui me dira le nombre ? Les mois, les ans passent inapercus. Aucun soleil du milieu de cette ombre, pas une étoile óclairant la nuit sombre I Je cherche en vain les fleurs dont la présence annonce le printemps! Du rossignol les doux accents ne fêtent plus sa naissance! Non ! plus de fleurs ! plus de joyeux accents !

Evenzoo zijn alle overige oorspronkelijk rijmlooze gedeelten van den Duitschen tekst in Fransche rijmen overgebracht. Dat ook dit weder met groote moeielijk-