206

heden gepaard ging en eindelooze besprekingen van Wagner met den vertaler vorderde, behoeft wel geen betoog. En wij verwonderen ons niet, wanneer wij de klachten vernemen, die Wagner in zijne brieven aan mevrouw Wesendonk hierover uit.

De opgedane ervaring deed Wagner besluiten, bij zijn nieuwe bewerking van den dialoog tusschen Venus en Tannhauser anders te handelen. Hij ontwierp daarvoor eerst het Duitsche gedicht, meest rijmloos, en gaf dit daarna aan Nuitter om te vertalen, die, overeenkomstig het Fransche gebruik, alles op rijm bracht. Zoodoende kon de vertaling beter uitvallen, daar de vertaler bij dezen tekst, die nog niet op muziek gezet was, de vrije hand had en zich niet behoefde af te sloven om den tekst voor de muziek geschikt te maken.

Wagner componeerde nu echter niet zijn Duitsche ontwerp maar de rhythmisch daarvan zeer verschillende Fransche vertaling van Nuitter, en beijverde zich om overal, en voornamelijk in den dialoog tusschen Venus en Tannhauser, den zang in een zoo nauw mogelijk verband met den vertaalden tekst te brengen. Zijn vriend, Dr. Gaspe'rini, zegt daarvan: ,11 n'y a qu' a feuilleter les premières pages du Tannhauser publié a Paris pour s'en convaincre. L'appropriation de la musiqueaux paroles, a 1'accentuation de notre langue, mot par mot, syllabe par syllabe, saute aux yeux des moins exercés."

Hier was de taak voor den componist bijna even moeielijk als die van een vertaler, die woorden aan een bestaande muziek moet passen. Dat het Wagner niet gemakkelijk viel, bewijst weder een verzuchting in een brief aan mevrouw Wesendonk. Hij zendt haar een gedeelte van het nieuwe Duitsche ontwerp-gedicht en schrijft daarbij: „Die Verse zum Tannhauser sind Deutsch noch nicht in Ordnung; ich gebe Ihnen den Entwurf, nach welchem sie französisch ausgeführt wurden, und diese französische Verse musste ich componiren! Was sagst Du dazu? Weiss Gott! Am Ende geht Alles! Aber wie?"

Maar juist de omstandigheid, dat Wagner hier zoo voortreffelijk en uiterst nauwkeurig op Franschen tekst gecomponeerd heeft, had tengevolge, dat toen de Parijsche Tannhauser later ook voor Duitschland moest dienen, de meester voor nog grootere zwarigheden kwam te staan. Hij moest toen weder een Duitschen tekst maken voor de muziek, die hij voor de Fransche verzen zoo juist had weten te vinden, en het kon dan ook niet uitblijven, dat daarbij herhaaldelijk van het eerste Duitsche ontwerp werd afgeweken.

(Wordt vervolgd.)