222

Het heeft ons zeer verheugd den grooten kleinen man weer te zien en van zijn zoo sympathieke kunst andermaal te hebben kunnen genieten.

Van de concerten die wij verder hoorden moet nog vermeld worden dat van Mary Brema met Harold Bauer. Hoewel mevrouw Brema zich wegens verkoudheid liet verontschuldigen, hetgeen ook nu en dan merkbaar was, heeft zij vooral in liederen van Schubert (Erlkönig) en van Humperdinek, Weingartner en Brahms (Der Schmied) getoond over welk een machtige kunst van zeggen en uitdrukken zij beschikt. Ook haar zangkunst staat hoog, hetgeen bleek uit de wijze waarop zij zoowel in krachtige als in zachtere uitdrukking haar stem wist te beheerschen. Meesterlijk was in 'dit opzicht Humperdinck's Wiegenlied, en in liet laatste lied van Brahms gaf zij iets heel bijzonders van uitdrukking en rhythmiek.

Met een voordrachtskunstenaar als Bauer werden de klavierbegeleidingen tot een dichterlijke illustratie. Als solist schonk hij ons groot genot met de Waldsteinsonate, waarvan vooral het adagio en rondo buitengewoon werden gespeeld en niet minder met de voordracht der Fantasie van Chopin.

Door afwezigheid en verhindering heb ik niet alle concerten kunnen hooren, zoodat ik o. a. de laatste kamermuzieksoirée van Toonkunst (waarbij Grieg tegenwoordig was en waar ter zijner eere een geheel Noorseh programma werd uitgevoerd), de matinee in het Concertgebouw op Paaschmaandag, waar twee Nederlandsche solisten optraden: Karei de Jong, de pianist die zich te Amsterdam gaat vestigen, na bij Busoni zijn groot talent verder te hebben ontwikkeld, en de zangeres Estella de Jong, die naar ik vernam veel succes behaalden en het Abonnements-concert in het Concertgebouw waar de zoo bekende Parijschen componist en organist Jean Hare, zich deed hooren, moest verzuimen.

's-Gravenhage. Tot slot van het winterseizoen hebben wij van het Residentie orchest nog drie concerten gehad. De twaalfde en laatste der reeks matinees, was onder leiding van den heer André Spoor den bekwamen concertmeester en tweeden dirigent van bovengenoemd orchest. Als hoofdnummer werd Dvorak's symphonie Aus der Neuen Welt uitgevoerd, voorzeker een mooie keuze.

Verder hoorden wij Norwegischer Künstlercarneval van Svendsen en Phaëton, van Saint Saëns, dat min of meer mat werd gespeeld. Harold Bauer droeg op hoogst artistieke wijze Beethovens vijfde piano-concert een „Nocturne" in C. van Chopin en de „Rhapsodie" no. 13 van Liszt voor. De eminente kunstenaar had wederom zeer veel succes.

De heer Spoor werd na de symphonie met een mooien krans, die hem door den heer Angenot, namens de orchestleden aangeboden, gehuldigd. Baron van Zuylen gaf het vijfde populair concert met Alexander Petschnikoff als solist.

De heerlijke eerste symphonie van Brahms genoot een mooie vertolking. Verder hoorden wij tot slot den „ Kaisermarsck" van Wagner die wederom zijn werking niet miste, en de „Danse Macabre" van Saint Saëns. Petschnikoff speelde heel geacteveerd het viool-concert in A. van Mozart. Zijn soepel spel leent zich wel voor dergelijke werken, Althans mij beviel de interpretatie van Mozart meer dan het Largo en de fuga uit de vijfde Viool-sonate van Bach. Ten slotte werd nog een extra populair-concert gegeven met medewerking van Maria Buisson uit Brussel een jeugdige sopraan-zangeres die met haar lieve, niet krachtige stem wars van efiectbejackt eene aria uit „La Nozze di Figaro" en op zeer muzikale wijze eenige „Bergerettes du 18e siècle" voordroeg, welke laatste zeer in den smaak vielen, zoowel door de bevalligheid dier liederen, als door de sublieme wijze Yan voordragen.