223

Mejuffrouw B. werd op bescheiden muzikale wijze begeleid door den beer Vink. Het orebest speelde de „Achtste Symphonie" van Beethoven, de „Tragische Ouverture" van Brahms en de ouverture „lm Hpchland" van N. W. Gade. Aan Baron van Z. werd namens het orkest een mooien krans vereerd.

De „Haagsche Trio-Vereeniging" (K. A. Textor, H. Hack en Ch. van Isterdaë'1) gaf een eer geslaagd concert in den Haagschen Kunstkring, o. a. „Trio" opus 87 van Brahms, opus 63 d. mol van R. Schumann en een „Cello Sonate" van G. A. Fana, leeraar aan het Conservatoire te Padua.

Melosophia, de gemengde zaugvereeniging, onder leiding van Arnold Spoel, gaf een mooi concert, met medewerking van Anna Kappel, waar o. a. werden uitgevoerd liederen van Brahms, Strauss en Spoel, door Anna Kappel; „Stabat Mater" van E. d' Astorga (een zeer belangrijk werk) en liederen door de dames J. Schot, van Hasselt en den heer Aarsse. Voor de solisten en den directeur was het weer een avond, der Vereeniging volkomen waardig.

Het „Haagsche Toonkunstkwartet" (Hack, Voerman, Verhallen en Van Isterdaël) gaven bij wijze van proefneming een populaire kamermuzieksoirée waarop, werden uitgevoerd het „klarinetkwartet" van Mozart met den heer A. Witt, ais clarinettist, die zijne partij artistiek vervulde, alsmede het „Neger-kwartet" van A. Dvorak, benevens kleinere werken van Schumann, Tschaikoswsky, Beethoven, o. a. variatiën uit opus 18 No. 5, Verhallen's menuet enz. Deze proef mag uitstekend geslaagd heeten. Men genoot blijkbaar zeer van de prestatiën van dit kwartet.

Da Koninklijke Zangvereeniging „Cecilia" gaf onder leiding van Henri Völlmar haar laatste concert in dit seizoen ; als hoofdwerk was het „Dies Irae" van Anton B. H. Verhey gekozen. Den componist, die in de zaal aanwezig was, werd een hartelijke ovatie gebracht na de uitvoering van zijn mooie compositie.

Het koor zong verder werkjes van Reger, Dvorak e. a. en behaalde daarmede een welverdiend succes. Plesch speelde en triomfeerde weder, vooral met Nardini en Lalo. Het was een succesvolle avond.

De Christelijke zangvereeniging „Exelsior" gaf een concert onder leiding van den heer Spaanderman, met medewerking van de dames Marie Russer, J. C. van Leyden en den heer Ben de Bruijn; ik vernam veel goeds van de uitvoering. De Haagsche kunstkring (muzikale af deeling) bood haren leden eene matinee aan, waarop mejuffrouw Hoogenboom (piano) en de heeren J. v. d. Burg en H. Hack (viool), Andreoli (zang) en Vink (piano) zich lieten hooren. De drie laatstgenoemden gaven zeven van de twaalf „Rattenfïinger-Lieder" van Ernst Franck en de heer v. d. Burg droeg met mejuffrouw Hoogenboom een suite van Goldrnark en de viool-sonate van César Franck voor. Mej. H. speelde bovendien twee Etudes van Chopin. Ook deze matinees zijn hiermede op waardige wijze besloten.

Mejufffrouw C. van Lokhorst (klavier) en de heer Henri Hack gaven in Diligentia een sonatenavond (Schumann-Juon en Richard Strauss). Zij mochten zich in veel bijval verheugen. Vooral de werken van Juon en Richard Strauss genoten een goede vertolking; daarin was het samenspel vooral te loven.

Marius Kerrebijn, oud-leerling van het Kon. Conservatorium, die nog eenigen tijd zijne studiën te Berlijn voortzette, gaf een klavier-avond in Diligentia. Deze jeugdige artiest, een leerling van den heer Wirtz, scheen mij toe sinds ik hem het laatst hoorde, n.1. op het eindexamen van het Kon. Conservatorium, in opvatting veel gewonnen te hebben; uit zijn spel sprak meer overtuiging.

Th.