II

SPORT IN BEELD.

Het eenige MIDDEL tegen verblinding

iA^CULÉUR

N. S.

n

Attesten van vele

vooraanstaande Nederlandsche Automobilisten!

Importeur: FRAXS J. M. GEYTE VBEEK, Ceintuurbaan 1S2-194, A'dam

Te Londen ontmoette de Hollandsche Bokser Brand den Brit JohnsonDe strijd liep over 10 ronden. Toen gaf Brand op.

Cochet heeft den Tenniswedstrijd op overdekte banen te Parijs om de „Coupe de Noël" gewonnen. Hij sloeg in de finale den Deen Petersen met 6—2, 6—4, 6—3.

Ponsford, de Australische Cricketter, scoorde Vrijdag jl. te Melbourne 258 n. o. Dit is al zijn 11de century in 11 matches.

Te Brussel zegevierden Wambst en Lacquehaye (zie voor hun portretten de rubriek „Buitenlandsche uitblinkers"!) een koppel-race over 100 K.M. voor Rielens—Duvivier en Debunne—Cloespin.

Op de baan van Montlhéry is weer een echtpaar aan 't rond-tollen. Zes dagen lang! M. et Mme. Deely. De rit is het gevolg van een weddenschap. Het is in ieder geval meer dan prachtig, dat de saamhoorigheid tusschen man en vrouw zoo door middel van de sport wordt bewezen. Probaat middel tegen echtscheidingen!

Een interview met Gene Tunney, den wereldkampioen met.. ♦ ♦ het weeke hart

Stelt u eens voor: John L. Sullivan met z'n bollende spier-bundels, zijn mond zijwaarts vertrokken tot een verachtelijk lachje, Jeffries, die op een beer gelijkt, den mepper Dempsey met z'n, tot een Indiaanschen haat-blik, vertrokken oogen, stelt u zich dit driemanschap eens voor, terwijl zij naar Gene Tunney

kijken, Tunney, den wereldkampioen zwaar-gewicht in Boksen, die.... tranen in de oogen heeft, omdat hij een ree heeft doodgeschoten, die het zich zelf daarna heeft beloofd, plechtig beloofd, om zoo iets nooit weer te doen!

De matador, die zoo week van karakter is, is een nieuw raadsel voor den ring. Hij werdin„downtown" van New-York grootgebracht. Hij streed temidden van de rauwe legers in Vlaanderen bij de marine-infanterie. Hij was in die functie een kerel, die er op los houwde. Later werd hij zelfs de sterkste der Boksers, menschen, die toch niet als poesjes bekend staan, die men zonderhandschoenen kan aanvatten. Hij sloeg als zoodanig Dempsey totdat deze bewusteloos was. En dan krijgt hij tranen in de oogen, wanneer hij terugdenkt aan het arme dier, dat door zijn kogel werd getroffen.

De menschen van den ring, die over 't algemeen vrij woest te keer kunnen gaan in deze ruimte, begrijpen niets van de sentimentaliteit van den grootste hunner, van iemand, die aardig tegen kleine jongens kan zijn, die Keats leest, en die het afschuwelijk vindt, een weerloos

beest kwaad te doen en zijn,

bijna knock-out geslagen, tegenstander den genade-stoot toe te brengen. Maar zij kennen den dichter ook niet, die dit schreef: „Die Tapferen sind oft die Weichsten, die Liebenden dagegen kühn!" Zoo begrijpen zij ook niet, dat iemand, die geen bepaalde „dood-mepper"

Gene Tunney in gezelschap van Mr. Elmer R. Pearson, eerste vice-president van Pathé te New-York, die de leiding had in den film „The fighting Marine", waarin, zooals men weet, de oud-zeeman Gene Tunney heeft meegespeeld.

is, een groot „fighter" kan wezen. Deze een kampioen? Die stijve kerel met 'n hoogen hoed op? Gekheid!

Zoo oordeelt een groot deel van de sport-wereld inmiddels. En daar ik wel wilde vernemen, hoe Tunney er zelf over denkt, heb ik hem eens

bezocht, met het doel: een in¬

terview !

— Hallo Gene! — zoo begroette ik hem.

Hij, Tunney, lachte als een verlegen, groote jongen. En hij antwoordde dit:

— Jij zegt altijd „hallo Gene". Maar hoe begroet je dan Dempsey en Jeffries en Corbett en al die anderen ?

Ik dacht een oogenblik na.

— Ach zoo! Ja, tegen die zeg ik altijd „hallo kampioen"!

— Is dat niet comisch ? — spartelde Tunney tegen — Nu ben ik al maanden en maanden kampioen, en maar drieduizend van al de menschen, die ik ken, hebben „hallo kampioen" tegen me gezegd!

— Toch zeg ik liever „hallo Gene"....

— Het klinkt ook vriendelijker! — gaf de Bokser toe.

Toen begon ik:

— Hou je van de jacht, Gene ? Ik had over die jacht het een

en ander gehoord, en wilde nu eens precies het naatje van de kous weten.

Tunney keek me 'n beetje smartelijk aan. Het was precies of hem iets hinderde. En hij zegde dit:

— Ik ben graag buiten, in de volle vrijheid. Ik ga graag op de eenden-jacht. Maar methetjagen

Kijk eens! Ik heb eens een

op het ree is 't voor goed gedaan.

ree geschoten. We waren boven in Maine, in de buurt van Moosehead See. Een heerlijk, woest land. We reden in een auto door de omgeving. Bij de Marine had ik goed leeren schieten. Zoo hoopte