SPORT IN BEELD.

16

(Van onzen Voetbal-medewerker).

Politiek!

Hoeveel prettiger is het van het spel zelve te schrijven, dan van de organisatie van het spel. Niet dat er op Voetbal-gebied walgelijke toestanden heerschen als in andere takken van sport, maar niettemin is het heel wat prettiger over de voetballers te schrijven dan over hen die besturen en bestrijden, die ageeren en drijven en zich — helaas! — veelal veel gewichtiger vinden dan de spelers, die in werkelijkheid toch de hoofdpersonen zijn.

De N.V.B. maakt ongetwijfeld rustige jaren door. De organisatie is finantieel sterk gefundeerd. Men moet al met geld gooien, wil men bij dergelijke ontvangsten niet kapitaliseeren. Naar onzen smaak is de huishouding nóg veel te duur, is de ambtenarij te geprononceerd, doch we maken ons geen zorg of de N.V.B. op 't oogenblik 1% ton of 1 % ton bezit. Zoo noodig kan men steeds meer geld maken, en is er dus in den loop der jaren 'n beetje royaler geleefd dan in een amateuristische sportorganisatie logisch te achten is, och, wat komt 't er op aan, de spelers kunnen altijd weer nieuwe duizendjes bijeen trappen.

Juist die omstandigheid heeft tot een soort onverschilligheid in de bondspolitiek gevoerd, een onverschilligheid, die naar onze meening ten onrechte de meening heeft doen post vatten, dat men in den N.V.B. allen zoo ingenomen is met de leiding. Wie èn bij spelers èn bij bestuurderen èn bij outsiders 't oor te luisteren legt, weet, dat het tegendeel juist is. De belangen zijn echter zóó totaal verschillend, de groepen die tesamen de meerderheid zouden hebben — een meerderheid die stellig niet de bestuursrichting kiezen zou! — staan zoo ver van elkaar af, dat 't bestuur daardoor heel sterk staat en daardoor een soort dictatuur is gian voeren. Met het gevolg, dat wie thans eens oppositie voert, wie

't waagt z'n meening lijnrecht tegenover die van het huidige bondsbestuur te stellen — die heeft afgedaan, die gaat maar beter heen en gaat hij niet vrijwillig, dan....

Ons trof jl. Maandag een heel kort en onopvallend berichtje onder de N.V.B.-rubriek in de Sportkroniek:

Commissiewezen. Van den heer J. Moorman is bericht ontvangen, dat hij bedankt als lid van de Finantieele Commissie, de Reglements-commissie en de Decentralisatie-commissie.

Dat is dus 't einde. Men herinnert zich den strijd van enkele jaren geleden in den N.V.B., toen Moorman in verzet kwam tegen de sleurpolitiek en nieuwe denkbeelden ontwikkelde, of juister, in een sterk gedocumenteerd betoog vastlegde wat ten deele reeds leefde bij tientallen afgevaardigden, wat vooral „den kleinen luyden" in den bond naar 't

De wedstrijd, waarin Feijenoord definitief het kampioenschap van Afd. 11 behaalde (thans voor den vierden keer) door A.D.O. met 3—0 klop te geven.

Zondag speelde Go Ahead op het Deventer terrein een wedstrijd tegen de leidende club in het Oosten, n.1. A.G.O.V.V., welk treffen in een gelijk spel (2—2) eindigde.

hart gesproken was. Wel volgde een bestrijding van de heeren Kips, Verwoerd, Timmermans c.s., doch 't stuk wat Timmermans als repliek op Moorman's groot werk leverde, was klein en zwak en peuterig, en vermocht slechts de juistheid van 's heeren Moorman's uiteenzettingen nog sterker te doen uitkomen.

Hoe 't ook zij, de N.V.B. schaarde zich achter Moorman en toen zouden dan de denkbeelden van Moorman verwezenlijkt worden. Er kwamen commissies, Moorman zelf werd in de vuurlinie gehaald, vol ambitie begon deze, maar.... er kwamen commissies, er kwam tegenwerking, 't werd op de lange baan geschoven, de belangstelling vernauwde, verdween totaal, en tenslotte vroeg Jaap Moorman zich af: waarvoor strijd ik, waarvoor werk ik, als het den menschen zélf niets bommen kan ?

En toen zich onlangs een nieuwe onaangenaamheid voordeed, toen Moorman en Verwoerd even scherp tegenover elkaar kwamen te staan — deze twee sterken in onze voetbalbeweging die nooit samen kunnen gaan — toen moet 't besluit gevallen zijn.

Weinigen lezen, behalve de mededeelingen over de wedstrijden zelve, de officieele mededeelingen van den N.V.B. Ook op dat punt is de onverschilligheid in bondszaken verbijsterend. Waarschijnlijk zullen de heeren Timmermans c.s. dat aldus verklaren: men weet zoo gedecideerd dat wat wij doen, goed gedaan is, dat men er geen kennis van neemt.