21

SPORT IN BEELD.

Hoe geweldig de Amerikaansche wielrenner, de neger Major Taylor, wel was . . . /

In onze vorige editie schreven wij over het phenomeen op wielren-gebied, Frank Kramer. Laten wij thans eenige regelen wijden aan den grooten rivaal van Frank, den neger Major Taylor!

Major Taylor heet eigenlijk Marshall Walter Taylor, en wanneer men zijn physionomie goed bekijkt, dan lijkt het er op, dat zijn voorouders vanuit Senegal of den Soedan in Yankeeland zijn geïmporteerd. Misschien wel jaren, jaren terug als slaven! Hij zelf, de held van dit opstel, knipperde 't eerst met z'n oogleden dd. 8 November 1878, en wel te Indianapolis.

Hoe komt de goede man nu eigenlijk aan den naam „Major"? O, heel eenvoudig! Het verhaal heeft eens in „Colored American Magazine" gestaan. Hij, de neger, was commandant van een korps tamboers, zooals wij dat heeten: tamboer-majoor. Welaan, de naam is thans gemakkelijk af te leiden.

Jazzbands waren er echter toentertijde nog niet, en als „drummer" kon je niet bepaald geld verdienen, en daarom is Taylor misschien wel wielrenner geworden. Intusschen begon hij met als mecanicien te werken. En wel te Middleton! In dit ambacht bleek zijn ijver al, zijn lust om uit te munten.

Later heeft Taylor evenwel blijkbaar een ander emplooi gezocht. Tenminste, hij is in Florida kellner geweest, en daar is zijn roman, zijn sport-roman begonnen. Hij zou op zekeren dag een clubje wielrenners in het hotel te bedienen hebben gekregen, en dezen hadden zoo'n schik in den kleinen, pittigen kleurling, dat zij hem engageerden om hun ren-materiaal te verzorgen. Het vervolg is gemakkelijk te denken. Hij kreeg op een goeden dag van een zijner meesters een rijwiel te leen, en won daarop een wedstrijd voor nieuwelingen. Toen, in 1895, kwam Taylor te Worcester in aanraking met Munger, en deze moet toekomst in den knaap van 16 zomers hebben gezien. Deze Munger nu voorspelde hem, dat, indien hij zijn raadgevingen zou opvolgen, zoo hij vooral geen alcohol gebruikte, niet rookte, vroeg naar bed ging, vroeg opstond, wanneer hij geregeld oefende, dat hij dan.... wereldkampioen zou worden!

Het debuut van den neger — hij woonde toen nog te Middleton — was in den wegwedstrijd van New-Haven. Hij ontmoette in deze race den held van de „Milburn Road Race", nl. R. M. Alexandre, en klopte dezen excelleerende. Als amateur kwam hij vervolgens nog in tal van weg-wedstrijden uit.

In 1896 werd Major Taylor professional. Waar en wanneer? Tijdens de zes-daagsche in Madison Square Garden! Dit debuut was werkelijk opzienbarend. Eenige dagen vóór de course werd een kleine neger bij de impressario's van het evenement, Pat Powers en Kennedy, aangediend, en deze wenschte niets liever dan in dezen monster-kamp uit te komen. Ware dit in Europa geschied, men had waarschijnlijk volstaan mét het hoofd te schudden, met een wijzen naar de deur. De

Yankees zijn echter practisch en voelen veel voor originaliteit en ondernemingsgeest. Taylor werd toegelaten, en hij reed natuurlijk — zoo was het in die dagen — alléén, en zelfs zonder reserve-machine. Hij reed temidden van beroemdheden als de Engelschman Hale, die deze six-days zou winnen, Rice, Schock, Ashinger, Waller e tutti quanti. En Taylor reed, reed formidabel voor een beginneling. Op den avond, waarop bekend werd gemaakt, dat Hale eerste was en een afstand van 3073 K.M. had gereden, deelde men ook mede, dat de neger, die intusschen aardig door zijn concurrenten was geplaagd, achtste was met een afstand van 2789 K.M. Dat donkere heertje had dus wat in z'n beenen!

In de lente van 1897 debuteerde Major Taylor als sprinter. En heel vlug maakte hij in dit genre carrière. En dat wilde wat zeggen voor een kleurling, die in een land als Amerika, om zijn afkomst, werd ten achter gesteld bij de blanken. Later zou Taylor nog wel meer last krijgen van deze onmenschelijke complotjes. Desondanks weerde hij zich braaf, en in 1898 behoorde hij al tot de élite. Dd. 18 Juli van genoemd jaar won hij nl. het kampioenschap over 1 E.M. te Philadelphia voor Cooper, Gardiner, Cannon Bald en Kimble. En dat hij absoluut van zessen klaar was, bewees de beginneling door in diezelfde periode het kleine wonder Michaël achter gangmaking te slaan over denzelfden afstand. Toen kwamen zijn titels in de bladen. Echt Yankee-achtig! Men noemde hem „the coloured king" of men had het over „black cloud's wondrous sprint" of men schreef het: „Taylor outshines the stars".

De jaren 1899 en 1900 zijn intusschen grauwe bladzijden in het levensgeschrift van' den neger. Er was bonden-oorlog op wielrengebied — dat komt dus niet alleen in Nederland voor — en Taylor, die de oude organisatie was trouw gebleven, werd door de groote categorie van renners, door verschillende baan-directeuren vrijwel genegeerd. Dat nam niet weg, dat hij het wereldkampioenschap te Montreal in 1899 wist te winnen, in welke race hij Tom Butler en Courbe klopte. Munger's profetie was dus uitgekomen! En in 1900 voegt hij aan deze lauweren nieuwe toe door beslag te leggen op het kampioenschap van de United States. De dollars stroomen toe. En de engagementen! Tot zelfs in de musichall, waar Taylor matches op de home-trainer rijdt met Murphy, en deze uiteraard slaat! Hoe hij in die dagen reed ? Op wat voor een rijwiel ? Een.... acatène!

Intusschen — deze crack was een.... neger. Hij had dus in Amerika te lijden. Niet 't minst van zijn concurrenten! Eerst beproefden dezen combine mèt hem te maken, en toen Taylor hiervoor te fair bleek, maakten zij combine tégen hem. Het werd zelfs zoo erg, dat het publiek er zich mee ging bemoeien, en partij koos voor den kleurling, hetgeen o.m. werd gedemonstreerd door een ingezonden stuk in het New-Yorksche blad „Sun", waarin

iemand beweerde, dat de behandeling, een kleurling als Taylor aangedaan, het blanke ras moest doen.. .. kleuren. Maar deze donkere jongen was pittig als het koper, waarop hij leek. Hij doorliep een harde leerschool, maar triumfeerde....

In ons artikel over Kramer hebben wij bereids het een en ander medegedeeld over het duel Mayor—Kramer, dat zich van 1900 tot 1902 afspeelde. Er zijn meer van die tweegevechten in de wereld der wielrenners voorgekomen, bv. Howel—Wood, Zimmerman— Sanger, Cassignard—Fournier, Morin—Jacquelin, Bald—Cooper, Ellegaard—Meijers. Maar dit tusschen den blanken en den zwarten Amerikaan was wel zéér fel. Waarom voornamelijk ? Taylor was nijdig. Was nijdig, toen hij zijn diensten aanbood aan een rijwielen-fabriek, die hem evenwel kort-weg antwoordde, dat de directie bereids Kramer had geëngageerd, de „phoenix" van de Amerikaansche wielrenners. Taylor zon op wraak, op sportieve, en hij heeft die genomen. Vooral in het jaar 1900, toen de groote Frank nog pas gróót moest worden!

In 1901 won Kramer het Amerikaansch kampioenschap. Vóór Major Taylor! Mag men evenwel „Colored American Magazine" gelooven, dan was de corruptie in die dagen in de wielren-beweging al zeer hevig. Er wordt nl. verteld, dat Kramer en Mac Farland in den beslissenden rit niet alleen combine maakten, maar ook andere renners voor geld engageerden teneinde Taylor te hinderen. Het spelletje ging op. Na afloop van de race kwam Mac Farland met Kramer in de cabine van den neger, en stelde Kramer hatelijk als de kampioen van Amerika 1901 aan Taylor voor. Waarop deze moet geantwoord hebben: „Mr. Kramer, u was gentleman en sportsman voordat u zich associeerde met Mac Farland, maar ik moet u tot mijn leedwezen zeggen,