SPORT IN BEELD.

J^t$> -

REIST SNEL EN GERIEFLIJK 'Hffj)^' PER VLIEGTUIG NAAR

PARIJS

DAGELIJKSCHE VLIEG-DIENST K. L. IVL VAN AMSTERDAM EN ROTTERDAM

f 39 50 RETOUR f 70.—

BOEKT BI] DE KON. LUCHTV.-MIJ. DEN HAAG, AMSTERDAM, ROTTERDAM EN ALLE REISBUREAUX

mijn eerste race uit. In een jeugd-estafette, vrijen stijl, en ik won van mijn beste concurrenten. Trotsch ging ik met mijn eerste medaille terug naar huis, naar mijn ouders.

Toen verscheen ik in de jeugd-klasse, maar hier kwam ik voorloopig niet tot mijn recht. Door den wereld-oorlog werden tal van sporten, ook het zwemmen, in den eersten tijd in Duitschland verlamd. Eerst in 1916 organiseerde men weer zwem-feesten, en tal van races waren open voor allen, d.w.z. tot welke klasse men ook behoorde. Zoo gebeurde het dan, dat ik in de eerste „Kriegsmeisterschaften" als jeugd-zwemmer startte. Ik was in voornaam gezelschap. Links van mij stond Bathe, die in 1912 de Olympische Spelen te Stockholm won. Rechts van mij bevond zich de Berlijner Malisch, de tweede Olympische overwinnaar in de 400 M. borst-zwemmen. De toeschouwers, en ook mijn sport-makkers, wisten eigenlijk niet wat zij van mij moesten denken. Temidden van het viertal — er meldden zich nog twee sportsmen bij den starter — werd ik eerst niet opgemerkt, maar toen ik, bij het afroepen van mijn naam, luid met „hier!" antwoordde, keken de menschen toch wel wat verwonderd. Zelfs mijn mede-clubleden wisten niets van dit deelnemen mijnerzijds aan zulk een belangrijken wedstrijd, want anders was er waarschijnlijk niets van dezen start gekomen. En ik was even het mikpunt

CADILLAC

Het feit, dat de Cadillac dikwijls voor veel duurder wordt gehouden, dan ze in werkelijkheid is, pleit wel zeer sterk voor de hooge plaats, die de Cadillac in de algemeene achting inneemt.

K. LAN DE WEER

UTRECHT AMSTERDAM

van zoogenaamd geestige opmerkingen, waarmee de Berlijner zoo vlug voor den dag komt.

Mijn trainer evenwel schonk mij vertrouwen, en prentte het mij nog eenmaal in: bekommer je niet om de menschen, en wanneer het zoo ver is, geef ik je het teeken, en dan eerst begin je te spurten, maar pas op, dat de anderen er op 'n 300 M. niet van door gaan!

Na den start was mijn eerste werk om weer met mijn concurrenten gelijk te komen, want zóó geroutineerd was ik toch nog niet. Allengs haalde ik ze in, ging ze voorbij. Alleen den eerste kon ik maar niet bereiken. Zoo ging het dan meter voor meter naar het doel. Daar kwam de laatste baan. Ik zegde het tegen mezelf: je kalmte niet verliezen en op het afgesproken teeken wachten! Eindelijk ontdekte ik mijn oefenmeester. Glimlachend hield hij me in de gaten. Plotseling trok hij zijn zakdoek uit z'n zak, en daar begon ik met mijn spurt. De kampioen Bathe, die steeds met 3 a 4 M. geleid had, lag al gauw met mij gelijk. Eenige meters kampten wij zij aan zij, dan was zijn kracht gebroken, en ik kon als eerste, met een voorsprong van ongeveer 10 M, den doelbalk aantikken. De, bij den start bespotte, vijftien-jarige jongen was op slag en stoot de sensatie van den dag geworden!

Nu was de ban gebroken. Iedere wedstrijd maakte mij meer zeker en ook meer bekend. In 1919 vonden de eerste kampioenschappen na den oorlog plaats. Het was de eerste maal, dat ik op den korten afstand borst-zwemmen uitkwam. Ook dit keer wist ik te winnen. Sinds dezen dag ben ik voortdurend de winnaar van het Duitsche kampioenschap borstzwemmen geweest, behalve in het jaar 1922. Ook wat het zwemmen vrijen slag aangaat, kon ik eenige waardevolle successen boeken, en zelfs vermocht ik den Duitschen kampioen in dit genre te kloppen.

Mijn laatste overwinningen in Amerika zijn waarschijnlijk nog te versch om hierover het een en ander te schrijven. Maar één ding wil ik toch zeggen, nl. dat ik daar, in Amerika, veel heb kunnen leeren, welke ervaringen ik al in Duitschland, in de praktijk met succes heb aangewend. Helaas is de opvatting van sport in de United States een heele andere dan bij ons, in Duitschland. Waren wij, Duitschers, in de gelegenheid, de sport zóó te beoefenen als de Yankees, dan zou er nog veel meer uit ons te halen zijn, en ook in andere takken van sport dan Zwemmen.

Over mijne training is in den grond heel weinig te zeggen. Ik heb nl. geen methode bij

mijn oefeningen, althans ik volg geen bekend systeem. Het eenige is, dat ik voor een wedstrijd altijd regelmatig zwem en oefen. Des zomers heb ik vol-op gelegenheid voor mijne training, maar des winters ben ik te zeer aan tijd gebonden, omdat wij in Maagdenburg slechts de beschikking hebben over één overdekt zwembad. In deze inrichting zwemmen zoowel dames als heeren, en zoodoende blijft er niet veel tijd voor sportsmen als ik over om vorderingen te maken.

Wat mijn leefwijze betreft, ik heb haar ter wille van de sport niet bijzonder hoeven te wijzigen, en ik ben niet van plan zulks te doen, zoo lang ik het tenminste kan laten. Wanneer ik mij moet dwingen, om het nog anders te zeggen, dwang moet aandoen om iets te bereiken, dan.... bereik ik juist niets. Natuurlijk zijn er veel prestaties op sport-gebied, alleen aan een systematisch trainen te danken, maar de meeste successen zijn toch te danken aan de geaardheid van het individu zélf. Ook wat mij betreft speelt deze geaardheid een rol, en ik hoop maar, dat dit talent mij niet in den steek zal laten, zoo lang ik nog aan de zwem-sport meedoe, en vooral niet voordat mijn grootste wensch in vervulling is gegaan, nl. overwinnaar te worden bij de Olympische Spelen inA'dam!"

Tot zoover Erich Rademacher! Wij, Hollanders, wachten zijn komst met ongeduld af.

5