SPORT IN BEELD.

24

Boksbrief uit Amerika.

(Van onzen Amerikaanschen medewerker Ferry Lütge.)

Tom Heeney.

Het zal wellicht niet zoo heel lang meer duren, of we vinden de uitslagen der Amerikaansche bokswedstrijden niet meer in de Sport-, doch in de Handelskolommen. Tot deze droeve conclusie ben ik gekomen, nadat ik de verschillende financieele plannen bestudeerd heb, die de bokspromotors beraamden voor de komende gevechten in 1928, met als hoofdschotel: Tunney's verdediging van zijn zwaargewichtstitel.

Van Gene gesproken! De blonde vechtersbaas, die door zijn duiten en zijn houding — ik bedoel zijn rein leven — de sympathie van de Amerikaansche „society" verwierf, behoeft zijn spelletje Golf in het zonnige Florida niet te onderbreken. Op dit oogenblik ziet geen van zijn toekomstige opponenten er erg gevaarlijk uit.

Wanneer ik over Gene Tunney gesproken heb, dan moet ik ook een woordje zeggen over

Jack Dempsey. Dempsey traint zich eiken dag ongeveer drie uur in zijn gymnastiek-lokaal te Hollywood x). 's Morgens en 's middags anderhalf uur! Dat wijst er op, dat Jack in conditie blijft en dat we een derde DempseyTunney-gevecht kunnen verwachten. Vermoedelijk reeds in Juni!

De echo's van Dempsey's slagen hebben destijds in Madison Square Garden geklonken, toen Jack Sharkey en Tom Heeney het niet verder dan een draw konden brengen. Sharkey, die evenals Dempsey uit den „Stal Rickard" komt, heeft indertijd zoo'n body-rammeling van zijn naam- en stalgenoot gehad, dat hij verstandiger doet om zijn bokshandschoenen maar meteen op te bergen en zich geheel aan zijn real-estate business te wijden. In de bokswereld bestaat een gezegde, dat ze nooit geheel herstellen van een „severe body whaling". En dan heet het verder: „It sticks to their ribs and ends their fighting days all too soon." Sharkey heeft dien 13den Januari twee dingen getoond: ten eerste, dat hij te dom is om van zijn goede capaciteiten als bokser gebruik te maken, en ten tweede, dat hij het slachtoffer werd van zijn eigenwijsheid, door indertijd lijf-aan-lijf met Jack Dempsey te gaan vechten. Sharkey is intusschen niet het eerste slachtoffer van Dempsey's

*) Is de zg. oog-zwakte dan louter een wreed, walgelijk reclame-trucje geweest} — Red. S. i. B.

Jack Sharkey.

punches. George Carpentier, de fijne Fransche pugilist, heeft na zijn moedig gevecht tegen den „Manassa Mauler" ook nog immer dat beurse, brandende gevoel in zijn ribbenkast.

Tom Heeney, de pootige Nieuw Zeelander, is mij in zijn strijd met Sharkey tegengevallen. Zelfs al nemen we aan, dat „the kangaroo" op dien ongelukkigen 13den Januari, een Vrijdag, een off-day had, dan zien we toch geen toekomstigen Tunney-bevechterinhem. Hij heeft een ongelooflijk incasseeringsvermogen. Sharkey mepte herhaalde malen punches op zijn kaak, die luid door de arena klonken, doch Tom vocht terug, alsof er een scheerkwast langs zijn kin geaaid had. Sharkey deponeerde een paar geweldige uppercuts, die Heeney's achterhoofd bijna tusschen zijn schouderbladen deden belanden, doch Tom vertrok geen spier van zijn gezicht en kwam de volgende ronde even frisch en monter uit zijn hoek alsof het gevecht juist aangevangen was. Ik geloof dan

Jack Delaney, die door den eenen manager aan den andere werd overgedaan v°ör 50.000 greenbacks — het ruikt naar de neger-hut van Oom Tom!