25

SPORT IN BEELD.

Het eenige MIDDEL tegen verblinding

iA^cÏÏLÉÜR

Attesten van vele

vooraanstaande Nederlandsche Automobilisten!

Importeur: FRANS J. M. GEYTENBEEK, Ceintuurfcaan 1S2-194, A'dam

Sportsmen in lijn

Een typische krabbel van Helen Wills, Miss Poker-Face, of hoe ze ook meer moge hecten! Kea Bouman noemde haar nog onlangs de grootste van dit oogenblik. En dat voor 'n vrouwtje van 23 jaar! Trouwens, toen ze 15 was, telde Helen al mee. Won ze op dien leeftijd niet het Amerikaansch kampioenschap voor jonge meisjes? Toen ze 17 was, kon ze zich al kampioene van heur land noemen, nl. in de doublés met Mrs. Jessup. Een jaar later was het voorloopig eindpunt bereikt, en was Helen Wills ook de uitblinkster in het Amerikaansche enkelspel. In 1924 kwam ze naar Europa. Naar de Olympische Spelen! Ze kwam, zag en overwon. Enkelspel en de dames-doubles met Mrs. Wightman! En ze zegevierde eveneens te Wimbledon. Het jaar 1924 was gewis haar jaar. En nu is Lan-Lan weg en Wills nummertje één. Ze zal dit voorloopig nog wel blijven ook, deze vrouw, die niet speelt met de teerheid en souplesse van een vrouw, doch eerder aan een pootig jongmensch doet denken.

ook, dat Heeney's moedige en Sharkey's onverschillige houding de jury er toe bewogen heeft om het gevecht onbeslist te verklaren. Volgens mijn punten-telling was Jack Sharkey de meerdere. Jack vocht de eerste drie ronden zoo kalm en onverschillig, dat het leek alsof hij slechts een sparring-partner voor zich had. Het heele gevecht heeft trouwens een intiem

verloop gehad, ondanks het feit, dat beide boksers alles op het spel zetten om den tegenstander buiten westen te slaan. In de zevende ronde zeiden de boksers iets tegen elkaar, waarna beiden lachten. In de tiende ronde gleed Sharkey uit, toen hij een enormen harden stoot miste. Weer lachten beide pugilisten, gaven elkaar hartelijk een hand, en gingen door met elkaar's lijven en hoofden te bestompen.

Ik had het geluk, of het ongeluk, om tijdens dit pugilistisch festijn vergezeld te zijn van een vrouwelijke collega, die gewoonlijk de rubriek „Modesnufjes" behandelt. Het meisj: vond dat Sharkey leukere oogen had of een mooier broekje droeg — dat weet ik niet meer — in ieder geval, zij wedde op den Boston-boy. Toen er_bij de vijfde ronde nog geen knock-out geweest was en de boksers zelfs geen bloedbevlekte tronies vertoonden, kwam er een ontevreden trek op haar toetje. Ze vond het gevecht slap en on-interessant. Ongetwijfeld is dezelfde gedachte opgekomen bij het meerendeel van de 16.948 aanwezigen. Het publiek, dat naar bokswedstrijden komt kijken, wil bloed zien. Men geniet, wanneer een der boksers „groggy" naar een verkeerden hoek strompelt. Men smult van den knock-out, savoureert het kostelijk schouwspel, wanneer een hoopje armen en beenen vergeefsche pogingen doen om te staan.

Het domme publiek wil niet weten, dat de boks-business in de eerste plaats een handelszaak is. Men wil niet erkennen, dat de boksers, die in de sport-kolommen verheerlijkt worden, zuiver handelsproducten zijn. Jack Delaney werd verleden maand voor 50.000 dollars verkocht aan een zekeren meneer Jacobson. Je reinste slavenhandel!

Maar het publiek, met zijn sadistische neigingen, dokt graag 40 of 50 dollars voor een ring-seat. Sport-enthousiasten noemen zij zich, en men is onbevredigd, wanneer een gevecht zonder blauw oog of zonder bloedneus eindigt. Gene Tunney, die naast een stel krachtige vuisten in het gelukkige bezit is van gezonde hersenen, verkondigt op de H.B.S.-en het evangelie van het reine leven. Hij is een nieuwe frissche figuur in den ring, doch of het hem gelukken zal, om de uitslagen der Amerikaan¬

sche bokswedstrijden mettertijd uit de Handelsberichten te bannen, het is en blijft de

groote vraag

New-York, Februari 1928.

Kieken en praatjes uit de ouwe doos ....

Het zal dezer dagen juist 34 jaar geleden zijn, dat de sport-historicus in zijn bladen een, voor Nederland verheugend, feit vermocht te boekstaven. Toen toch vestigde Jaap Eden te Hamar zijn beroemd record over de 5000 M. in 8 m. 37.6 s., een record, dat 20 jaar op naam van de^ Hollander zou blijven staan, eer het werd verbeterd. Een dergelijk feit mogen wij nog wel eens in herinnering brengen. Het kan onze jongeren slechts prikkelen. Deze prestatie is met die van C. C. J. de Koning, nl. 32.370 M. in het uur (Davos, 29 Januari 1906), een der schitterendste gebeurtenissen uit de geschiedenis van de Schaatsensport. Het is ,,long, long ago" dat Jaap Eden het record vestigde, maar het blijft voor ons één der mooiste verrichtingen in ons nationaal sport-leven. Die wij blijven waardeeren!