25

SPORT IN BEELD.

Het eenige MIDDEL tegen verblinding

BASCULEUR.

Attesten van vele

vooraanstaande Nederlandsche Automobilisten!

Importeur: FRANS J. M. GEYTENBEEK, Ceintuurbaan 192-194, A'dam

Over den Schotschen Herdershond! M

De Schotsche Herdershond of Collay komt, evenals de goede whisky, uit Schotland. Men kent kort- en langharige exemplaren. Daar, in de bergen, past hij op voortreflijke wijze op de loopende wol-fabrieken. Men gebruikt voor dit doel meestentijds de langharige honden, daar deze beter beschermd zijn tegen het vaak ruwe klimaat. Het dier is hierbij zóó intelligent, dat raken sommige kudden verward, hij op kordate wijze, en in no-time de schaapjes weer op hun plaats brengt. Het vroegere Collay-type had een stomperen kop dan het tegenwoordige. Thans zijn de snuiten, zooals op nevenstaande kiek is te zien (een foto van een der beste honden van de Cruft-show), zeer slank. De Schotsche Herdershond is, wat kleur aangaat, wel zeer aantrekkelijk en verscheiden. Hij eischt evenals de meeste langharige dieren, een zeer minitieus onderhoud. Men roemt in algemeenen zin zijn trouw, zijn intellect en waakschheid. Wat de trouw betreft, hebben wij persoonlijk wel eens tegenovergestelde ervaringen opgedaan. Maar één vogel maakt geen zomer. En één hond vertegenwoordigt nog niet een ras. Tegenwoordig is de Collay, behalve gebruikshond, vooral in Engeland, ook mode- en show-dog geworden,

Bric a Brac*

Een der beroemdste horden-rennen, die elk jaar op het programma van Auteuil figureert, is de „Prix des Drags". Wordt deze ren geloopen en gesprongen, dan rijden de rijke Parijzenaars in een lange rij naar Auteuil uit, en dit steeds met hun opzienbarende mailcoaches, met vier kloeke paarden bespannen.

Sportsmen in lijn!

Wie is bovenstaande wielrenner? De meesten zullen hem wel kennen. De meesten zullen 't wel direct zeggen: de Franschman Sérès! Een veteraan, die nog altijd in de eerste gelederen mee wil, ook mee gaat, maar toch niet meer de oude is. Toch dateert de glorie van den Fransoos pas van na den oorlog. Hij was n.1. degene, die het eerste wereldkampioenschap na den wereldbrand, dat in 1920 te Antwerpen, won, en wel voor Linart en Suter. Verder was, wat deze belangrijkste races betreft, Sérès nog tweede in 1924 te Parijs, derde in 1925 te Amsterdam.

De pols, die het aantal samentrekkingen van het hart aangeeft, heeft een gemiddelde snelheid van 72 slagen per minuut. Wandelt men, en dit op de gewone, langzame wijze, dan wordt die snelheid reeds 80. Loopt men snel, dan geeft de pols 100 slagen per minuut. Bij vlug fiietsrijden vermeerdert dit kwantum tot 150 a 200. Het roeien met groote inspanning, dus het roeien in spurt, kan het aantal polsslagen zelfs op 230 a 250 brengen.

De eerste moderne Olympische Spelen werden in 1896 te Athene gehouden. Dan volgden: Parijs (1900), St. Louis (1904), Londen (1908), Stockholm (1912), Antwerpen (1920), Parijs (1924). In 1916 zouden de Spelen te Berlijn plaats vinden, maar werden vanwege den oorlog niet gehouden. Na Amsterdam in 1928 worden de eerstvolgende Spelen in 1932 te Los Angeles georganiseerd. Men kent nog andere Olympische Spelen. O.a. die van het Verre Oosten, die in 1913 te Manilla gehouden werden, in 1915 te Shanghai, in 1917 te Tokio, in 1919 weer te Manilla, in 1921 nogmaals te Shanghai, in 1923 te Osaka en in 1925 voor den derden keer te Manilla. In 1922 werden te Rio de Janeiro de eerste Spelen van Latijnsch Amerika georganiseerd. In 1926 vonden te Mexico City de Spelen van Centraal Amerika plaats. Herhaling in 1930 te Cuba! Verder staan voor 1929 nog op het programma de eerste Afrikaansche Spelen.

Honden-rennen zijn heden ten dage, vooral in den staat van John Buil, al hoogst populair. Maar weet men, dat vroeger ook in Duitschland meerdere malen van zulke races plaats vonden ? Men hing dan midden in de baan worstjes op, die als lokaas dienden voor de toestormende dieren. Wie 't eerst hapte, had ook den eersten prijs! Een vreemde sport!

Kieken en praatjes uit de ouwe doos ....

De Rus Strunnikoff is een dier schaatsenrijders geweest, die zeer kort, maar ook zeer fel hebben uitgemunt. Hij had eigenlijk slechts twee jubeljaren. Maar toen was hij ook in elk opzicht de „primus inter pares". Hij won n.1. in 1910 te Wiborg het Europeesch kampioenschap, te Helsingfors het wereldkampioenschap. In 1911 zegevierde hij nog eens in beide races, en wel, wat het Europeesch kampioenschap aangaat, te Hamar, wat het wereldkampioenschap betreft, te Trondhjem. Dit laatste won hij dd. 25 en 26 Februari 1911. Het is dus dezer dagen 17 jaar geleden, dat hij deze zege behaalde.