9

SPORT IN BEELb.

Wat men in Amerika wenscht ten opzichte van de Olympische Athleten.

ALFRED G. HILL.

Men schijnt in Yankeeland nog niet volkomen tot overeenstemming te zijn gekomen inzake het uitzenden van athleten naar de Amsterdamsche Spelen. Het is nl. velen niet naar den zin, dat Gustavus T. Kirby, de leider van de „Intercollegiate Amateur Athletic Association of America", heeft toegeven, dat 70°/0 van de uit te zenden athleten sterren van de verschillende universiteiten zullen zijn. Men vraagt zich

af, wat deze, overigens waarschijnlijk zeer goede, krachten in den vreemde zullen presteeren, ver van moeder's pappot ? Het is nl. voor de eerste maal, dat zij zulk een verre reis ondernemen. En diezelfden klagen, dat de overige 30% minstens zal bestaan uit oude, geroutineerde cracks. En zij wijzen in de eerste plaats op den New-Yorkschen police-captain McGrath, over

MIKE DEVANKY.

wien wij bereids het een en ander mededeelden, voorts op Joie Ray, een van de beste mijl-loopers, die ooit bestond, tenslotte op Mike Devanney, den bediende uit het New-Yorksche kleeding-magazijn, een der beste steeplers op dit ondermaansche. Zij herinneren, in verband hiermede, er aan, dat de held van de Olympische Spelen in 1920 — en een grootere held dan Nurmi in 1924 — de Engelschman Alfred G. Hill was, de postbode

van 40 jaar, die de 800 en 1500 M. wist te winnen. Inderdaad, deze Hill klopte op de 800 den Yank Eby en den Zuid-Afrikaan Rudd, op de 1500 M. zijn landgenoot Baker en den Amerikaan Shields. Komt niet louter met jonge krachten! Aldus roepen deze waarschuwers uit. Stuurt ook de oude garde, en denkt aan het voorbeeld van Hill in 1920 ! Wij zullen zien, wat Amerika doet....

De bekende mijl-looper

JOIE RAY.

Van een zwemmenden Dichter.

Men kent de sage, aan de mythologie te danken, de sage van Leander, vooral door de ballade van Schiller beroemd geworden. Leander dan, de Grieksche jongeling, uit Abydos afkomstig, zou uit liefde voor Hero, de schoone priesteres van Aphrodite, welke aan de andere zijde van den Hellespont woonde, iederen nacht die zee-engte zijn overgezwommen, geleid door een, op den toren van Sestos ontstoken, licht. Om na zijn amourette weer thuis te komen, legde hij den afstand nogmaals zwemmend af. Totdat op zekeren nacht, dat de storm loeide, het licht van Sestos uitwoei, Leander de route verloor en een prooi der golven werd. Den volgenden morgen spoelde zijn lijk bij den voet van den toren aan wal, zoodat hij ook nog in den dood zijn belofte getrouw was gebleven, om telkens weer op die plek zijn Hero te ontmoeten. Zij stortte zich, toen zij het lijk van den geliefde aanschouwde, van den toren naar beneden.

De geleerden trokken inmiddels deze tochten van Leander in twijfel. Alleen één man geloofde er aan, en hij zou bewijzen, dar de mogelijkheid van Leander's zwemmerij wel degelijk had bestaan. Deze koene was Engeland's grootste dichter uit de 19de eeuw, Lord Byron. Hij startte 3 Mei 1810 van dezelfde zijde, waarvan Leander zou vertrokken zijn, en het "gelukte hem, in één uur en 10 minuten den Hellespont over te zwemmen. Byron was in 1788 geboren, en derhalve op dit tijdstip

22 jaar oud. Hij was de ware zoon van zijn vader, een kapitein in het Engelsche leger, dien men „Dolle Jack" noemde.

Dat deze poëet, die eigenlijk George Noël Gordon heette, inderdaad een vurig sportsman was, een hartstochtelijk zwemmer, bewees hij mede door het overzwemmen van de Taag, welke tocht drie uur duurde. Niets kon Byron bij zijn sport weerhouden. Toen hij den Hellespont was overgezwommen, kwam hij niet

De zwemmer-dichter Lord Byron.

uit het water met een Hero in zijn armen, gelijk wijlen Leander, maar wel met een hevige koorts in z'n lijf, die hem weken lang aan het ziekbed kluisterde. Nevermind! Byron liet zich nimmer overmeesteren.

Van dit laatste getuigt ook zijn zwemwedstrijd in 1818. Hij was toen nl. uitgedaagd door den Italiaan, Chevalier Mengaldo, die beweerde, dat hij beter in het water thuis was dan de Engelschman. De race vond bij Venetië plaats, en men zou om het eiland Lydo zwemmen. Byron, Mengaldo en nog een vriend van den dichter! Het resultaat was, dat èn de Italiaan èn de vriend tenslotte den kamp moesten opgeven, doch Byron zette door, en kwam na vier uur en 20 minuten aan het eindpunt. En hij was in 't geheel niet „op". Volgens zijn eigen zeggen, zou hij het nog best twee uur in het water hebben kunnen uithouden.

Maar nu komt nog het meest vreemdsoortige. Byron nl. was gebrekkig. Hij had een zg. klomp-voet, hetgeen dus een geweldigen handicap bij de zwem-sport beduidde. Desondanks zwom deze koene Brit, en hij zwom uitnemend. Wanneer men hem als dichter roemde, en niet als zwemmer, dan was hij ontstemd. Zwemmen was voor hem nog waardevoller dan de kunst, welke hem beroemd maakte.

Men spreekt heden ten dage altijd met ophef van de Kanaal-zwemmers. Maar Byron is nog geweldiger geweest dan deze geweldenaars, gezien zijn gebrekkigen lichamelijken staat. En daarom is het wel eens goed, in dezen kring van sportsmen te gewagen van iemand, die als sportsman een uitblinker is geweest.