SPORT IN BEELD.

10

— En de medewerking van de autoriteiten? — vroeg ik hierop.

— Prachtig! Werkelijk schitterend! Of het verkeer gedurende den Marathon heelemaal stop zal worden gezet, dat weet ik natuurlijk niet. Maar de Amsterdamsche verkeerspolitie en burgemeester Colijn van Nieuwer-Amstel hebben in elk geval toegezegd, dat ze zooveel mogelijk zouden helpen als in hun vermogen was, en ook, dat ze het verkeer zooveel mogelijk zouden stoppen.

— En de cross-country ?

De cross hoort alleen bij den modernen vijfkamp, en die wordt in Hilversum geloopen, met vertrek en aankomst in het Sportpark, daar.

— Ze wandelen niet bij de Olympische Spelen, hè ?

— Nee! Da's geschrapt. Na al de herrie in Parijs! Het oordeel, de beslissing van zoo'n wandel-scheidsrechter is ook veel moeilijker te vormen dan dat je b.v. de aankomst van een race voor je oogen ziet. . . .

— Hoe is je oordeel over ons nieuwe stadion ?

De scriba van de Technische Commissie der K.N.A.U., J. W. Meijer, in onze bekende serie met lens en pen geportretteerd!

— Nou! Naar mijn oordeel is het een schitterend veld. Ja, de langere afstand van het stadion in Parijs, n.1. 500 M., zal wel oorzaak zijn, dat de tijden hier niet zoo goed zullen zijn. We hebben hier n.1. maar de beschikking over 400 M. Bij een wedloop over 400 M. miste je natuurlijk in Parijs één bocht. Daarom waren de tijden daar zoo goed. We zullen wel moeten woekeren met de ruimte, o.a. door een kleinere steeplechase, gedeeltelijk over gras en gedeeltelijk over de sintelbaan....

— Is die sintelbaan goed ?

— Daar kan ik moeilijk over oordeelen. De baan maakt wel 'n schitterenden indruk. De samenstelling lijkt me heel goed. Maar het komt natuurlijk op het onderhoud aan....

— En de ruimte voor de toeschouwers? Acht je die voldoende?

— Ik denk van wel. Ik tenminste heb in Antwerpen of Parijs nooit het stadion uitverkocht gezien. En dan vinden er hier gelijktijdig nog andere wedstrijden, schermen en boksen, plaats, en die trekken natuurlijk ook de noodige enthousiasten. Op enkele dagen, dat wereld-sterren loopen, en bij de opening zal het Stadion wel uitverkocht zijn. Dat zeker ! Maar b.v. voor de inrichting heb ik niets dan lof. Prachtige kleed-gelegenheden zijn er. Nee, 't is een absoluut mooi ding!

— En wat denk je, Meijer, van de prestaties van onze menschen ? Even dacht hij na. Dan formuleerde hij zijn oordeel aldus:

— Nou, wij hebben 'n groep menschen, die dezelfde kansen hebben als de deelnemers van andere landen. Op korte afstanden komt er natuurlijk veel geluk bij. Maar wij hebben sprinters van internationale klasse. Onze coach is vol lof over de lui. Over den langen afstand hebben we natuurlijk géén athleten. We zullen in die nummers wel niet uitkomen óók. En de Marathon ? Nou, er is nog een selectie in Haarlem, maar ik stel er mij niet te veel van voor. Bij hink-stap-sprong hebben we goede vertegenwoordigers. Bij speer- en discuswerpen niet!

— Zouden onze sprinters tegen de Yankees enz. opkunnen? Hebben zij het klimaat niet mee ?

Hij schudde zijn hoofd, wat dit klimaat betrof, maar overigens was het antwoord van dezen deskundige toch wel hoop schenkend.

■— Onze korte-afstand-loopers kunnen best met de anderen mee. Maar weet je, wat ze ontbreekt? De fighting spirit! Onze menschen vechten niet zoo voor hun land, misschien Van den Berge uitgezonderd. Het is maar 'n indruk bij me, maar ik heb 'm intusschen Zoo'n kerel als Peltzer b.v. zal zich heelemaal geven, zich bepaald doodloopen als ie eenmaal aan den gang is. Dat missen wij, Hollanders!

— Wie geef je nu de meeste kans op de prijzen ?

— Nou, ik geloof, dat lui als Hahn, Dr. Peltzer en Nurmi wel de besten op de middel-afstanden zijn. Tenminste, wat ik er van gelezen heb !

— En de sprint ?

— Ach! Da's meer een wissel-kwestie. De man, die 't beste weg is, komt nummer één aan. Zoo'n Marathon b.v. kan ook groote verrassingen brengen. Dat hebben we in Parijs gezien. Iedereen dacht, dat Kolehmainen zou winnen, en daar kwam me Stenroos 't eerste binnen. . . .

— Geloof je nu, Meijer, dat de Olympische Spelen 'n gunstigen invloed op de athletiek-beoefening in ons land zullen hebben ?

Hij was wat voorzichtig en aarzelend met zijn antwoord.

— Ja! — peinsde hij — Je moet niet vergeten, dat de beoefeningonder moeilijker omstandigheden dan vroeger plaats vindt. De vraag is, of er niet te veel kosten aan de menschen besteed worden om ze in de Olympische klasse te brengen. Wij gooiden vroeger ons jasje uit, borgen het tusschen wat mest in 'n boerenschuur, we sprongen en liepen, en als we klaar waren, gingen we effe onze handen in 'n sloot wasschen. Tegenwoordig is de eerste vraag van de hééren: waar is de douche?

Dan werd zijn geluid wat luchtiger.

— Maar persoonlijk zie ik er toch wel 'n machtige propaganda in. Wij, de K.N.A.U., zullen zorgen, dat alles in de puntjes geregeld en in orde is. We hebben er hard voor gewerkt. En al hebben wij, Hollanders, nu ook veel te weinig athletiek-beoefening in ons land, geen verschot, geen' reserve aan menschen, ik ga toch vol moed den zomer tegemoet. Kijk eens! In een groote stad als Parijs gingen de Olympische Spelen verloren. Hier kunnen we heel wat anders te zien geven. Makkelijke verbinding met het Stadion! Kortere afstanden! Na het congres in 1926 in Amsterdam hebben we 'n eenvoudige lunch bij Kras gehad, en daar heb ik den Engelschen, die aanzaten, beloofd, dat wij nu zouden doen, wat de Engelschen al zoo lang hebben gédaan. Nou, dat vonden ze-leuk. Er werd „hear! hear!" geroepen. Maar. ... we zullen ons woord houden óók.

Nog even werd in dit interview de mineur-stemming bereikt