II

SPORT IN BEELD.

(Van onzen Voetbal-medewerker.)

Nederland—Denemarken.

De laatste interland-wedstrijd in 't oude stadion vindt a.s. Zondag plaats. Dat bouwwerk van den architect Harry Elte staat er nu naakt tusschen 't Olympisch auto-park eenerzijds en de aanzwellende stad ten andere, want oefen-terreinen, tennisbanen etc. zijn al verdwenen. Dit wordt dus de laatste groote dag voor de Olympische Spelen in 't oude stadion. Dat we juist in dezen laatsten wedstrijd in die omgeving aantreden met een ploeg, die niet 't volle vertrouwen geniet, is wel héél jammer. Enkele maanden geleden, of juister nog vóór de ontmoetingen met België, was de stemming optimistisch en in elk geval hoopvol. Helaas is de Technische Commissie bijzonder ongelukkig geweest met de samenstelling van de ploeg, ze is aan 't experimenteeren geslagen en 't noodlottig gevolg is dat 't vertrouwen in de ploeg geschokt is. Het is een zeer ongelukkige gang van zaken en dat juist nu, waar weldra de Olympische Spelen een aanvang nemen.

De taak van den sportjournalist is in de gegeven omstandigheden een moeilijke. Wij hebben reeds vóór de wedstrijden met de Belgen gewezen op de fouten, die bij de samenstelling van den aanval begaan zijn, en we hebben ook niet na gelaten, precies aan te geven, hoe die te herstellen waren, telkens nog weer opnieuw. De T.C. handhaafde echter in grove trekken haar meening, die in de praktijk al verkeerd gebleken was en die dat opnieuw zal blijken te zijn. De meeste confraters van ons prezen aanvankelijk den opzet van de T.C, doch zijn na het falen tegen de Belgen, omgeslagen. En voor 't eerst sedert geruimen tijd heeft de T.C. een slechte pers gehad en richt zich de publieke opinie meer en meer tegen de commissie, die toch voor 'n zeer groot deel 't lot van de Nederlandsche ploeg in de belangrijke periode, die we voor de boeg hebben, in handen heeft. Wij zouden niets liever willen dan het uitroepen, dat men zich vergist en dat men geen vuist maken kan als men geen hand heeft, m.a.w. dat er geen beter spelers zijn dan die, waar de commissie nu een jaar lang mee experimenteert. Maar dan zouden we onze eigen artikelen tegenspreken en in gelijke mate met de feiten in strijd komen.

Maar dat behoeft ons niet te weerhouden van harte te hopen, dat 't experiment van de commissie nu eens slagen mag. Dat de achterhoede en de spil voldoen zullen, weten we bij voorbaat, en dat we voor Elfring, Tap en Weber op 't oogenblik betere spelers hebben, gelóoven we ook niet. Maar natuurlijk hopen we, dat ook Van Boxtel, Verlegh, Kools en Smeets zullen voldoen, dat ze ons spelers als Van Heel, Riksoort, Bakhuis cn Buitenweg zullen doen vergeten en dat de ploeg als geheel zóódanig meevallen zal, dat niet alleen de Denen geklopt worden, maar bovenal dat 't zelfvertrouwen bij de spelers en de geestdrift bij allen terugkeeren mag!

K aartenver koop bij interland-wedstrijden.

Ons officieel voetbal-orgaan bracht kort geleden een officieele uiteenzetting van de wijze waarop de kaarten bij interland-wedstrijden van den N.V.B. gedistribueerd worden, een uiteenzetting, die verre van overzichtelijk was en die den bekenden Haagschen voorman Lamey aanleiding gaf om in een volgend nummer van de Sportkroniek op zeer felle wijze tegen den N.V.B. van leer te trekken. Wij hebben er vroeger reeds op gewezen, dat er naar onze meening willekeur betracht wordt. Ook wij weten, hoe men zeer royaal is met invitaties aan vriendjes en familieleden, hoe zelfs de „Angehörigen" van bondsambtenaren bij risjes gratis plaatsen krijgen, terwijl honderden vereenigingsmannen, spelers, ja zelfs oud-internationals geen plaats kregen. Wij gelooven alsnog dat hierin verandering komen moet en dat het bovenal gewenscht is, dat niet met enkele globale cijfers, doch dat gedetailleerd publicatie gedaan wordt van de verstrekte kaarten en wel als volgt: 47 aan club^X, 11 aan mijnheer Y, 81 aan. . . . enfin, er moet volledig verantwoording gedaan

worden, al was het alleen maar om het wantrouwen, dat algemeen is, weg te nemen.

Echter dient uitdrukkelijk vastgesteld, dat het stuk van den heer Lamey tot zeer onjuiste conslusies aanleiding geeft. Hij zegt dat volgens de beschouwing van „den bondsjournalist" van de 29.412 plaatsen er niet minder dan 11.314 door den N.V.B. aan het Stadion worden toegewezen, doch hierbij zijn vrijwel alle staanplaatsen, die de N.V.B. niet verkoopen kan. Voorts zijn de gratis plaatsen, door den N.V.B. uitgereikt, niet alleen voor autoriteiten en vriendjes, doch grootendeels voor bondsofficials, dus voor de menschen van den N.V.B. zelf, zooals scheidsrechters, consuls, leden der algemeene vergadering enz. Dan moeten alle leden van het N.O.C. twee plaatsen hebben. Dat is geen voorschrift van het N.O.C, doch een overeenkomst van de bonden onderling. Als men bedenkt dat aan bondsofficials alleen reeds 'n 600 a 700 introducties verstrekt worden, in doorsnee (iets wat de president van H.B.S., tevens bestuurder van de Westelijke le klassers, toch weten moest), dan ziet men dat aan de schrille cijfers van den inzender in de Sportkroniek wel heel veel grond ontbreekt.

Wij gelooven inmiddels dat met 't oude stadion ook een einde komt aan deze kwesties over de kaarten-distributie. In ons schitterend nieuw stadion met z'n ca. 40.000 plaatsen, waarvan de helft zitplaatsen, zal men beter aan alle wenschen tegemoet kunnen komen dan tot dusverre het geval was.

Kan dat}

Mr. Wall, alias King Wall, de secretaris van de almachtige Engelsche voetbalbond, de F.A., is 70 jaren oud geworden en bij die gelegenheid ■— zeer terecht — hartelijk gehuldigd. Maar.... tot die huldiging behoorde 't aanbieden van een chèque van 1000 pond van de F.A., en hoe gaarne we den krassen grijsaard deze douceur gunnen, moeten we toch in alle bescheidenheid 'n reserve maken. Want.... voor bestuurder van een voetbalbond moet men amateur zijn, en waar blijft het amateurschap als een bond z'n verdienstelijke bestuurderen 1000 pond op hun jaardag schenkt ? Men gaat in Engeland zoo gaarne prat op de kuische reinheid van 't Engelsche amateurisme, doch dan lijkt ons deze vrijgevigheid bedenkelijk. In een groote Amsterdamsche club verblijdt men aftredende bestuursleden met ameublementen, en volgens velen is dat al in strijd met het amateurisme. Waarschijnlijk zal men het in Engeland verkapt professionalisme van bestuursleden vinden, doch zelf deelen ze aan bestuursleden van hun eigen bond chèques uit. Is dat soms vergoeding voor loonderving ?!

De kampioenscompetitie.

Eergister hebben de kampioenswedstrijden een verrassende wending genomen. De krachtproef tusschen Feyenoord en Ajax van dc beide Paaschdagen heeft grondig nagewerkt. Na de overwinningen op Ajax — waarbij Fortuna den Rotterdammers wel vriendelijk toelonkte — heeft Feyenoord in Tilburg niet die energie aan den dag gelegd, die haar tegen de Amsterdammers zoo'n succes bezorgde, en 't resultaat was, dat N.O.A.D. met 2—1 van de Rotterdammers won.

In Zwolle kwam een, door de tegenslagen van de Paaschdagen geprikkeld, Ajax-team tegenover de minder geroutineerde Oostelijke kan- pioenen te staan. Nu vertoonde Ajax weer hetzelfde spel als te Amsterdam, en 't resultaat werd een sprekende overwinning der hoofdstedelijke representanten (6—2). De stand der kampioenscompetitie is nu:

Feyenoord 5 4 0 1 12—5 8

Ajax.. 5 2 12 10—6 5

N.O.A.D 5 2 1 2 7—8 5

Z.A.C 3 2 0 1 9—0 4

Velocitas 6 1 0 5 8—19 2

Ook thans nog is de positie der Rotterdammers zéér sterk te achten, vooral nu de zware nederlaag der Zwollenaren vermoeden doet, dat Z.A.C. geen rol van beteekenis spelen zal. Maar toch behouden de anderen — behalve natuurlijk Velocitas — nog een bescheiden kansje. Feyenoord moet nu nog in Rotterdam spelen tegen N.O.A.D. en Z.A.C. en in Zwolle tegen Z.A.C, en behoeft maar 2 van deze 3 wedstrijden te winnen om al definitief kampioen te zijn. Ook thans nog staan de Rotterdammers er verreweg 't beste voor, doch er blijft tenminste nog eenige onzekerheid bestaan. Hetgeen de noodige spanning tengevolge heeft i