SPORT IN BEELD.

8

Portretten met de lens en met de pen.

XIX. Jan Wils.

Aber bis zur Spitze kam er. Und ich hörte Harfen hoch oben. Mein, mein Baumeister!

Aldus luidt het einde van Ibsen's Solnesstragedie ....

Met onzen bouwmeester was het ook aldus. Ook hij kwam „zur Spitze". En ik dien morgen met hem! Maar aan onze voeten lag de stad van den Amstel. En alles was vreugde en zonneschijn. En toen sprak Jan Wils

deze woorden:

— Ja, 28 Juli zal ook mijn dag zijn. Als dan die honderden athleten daar beneden staan opgesteld, en de vlaggen waaien van mijn stadion, en Dr. de Visser spreekt het wijdingswoord, de postduiven wieken op,

uit den Marathon-toren stijgt de rook, en de kanonnen bulderen over Amsterdam, dan wordt dat ook mijn moment!

Nu moet ge niet denken, dat Jans Wils deze woorden ook maar eenigszins pathetisch zegde. Dat is zijn aard niet. Er blinkt te veel leutigheid en levenslust, levenskracht bovenal uit de oogen van dezen nog jeugdigen man, die dd. 22 Februari 1891 te Alkmaar werd geboren, en dus pas 37 jaar oud is. In zijn figuur zit de hoekige stoerheid. In zijn stem, in die oogen is het andere van Jan Wils: óók een onverzettelijk willen, maar bovenal een eenvoudige teêrheid.

— Bouwmeester! ■— zoo begon ik — Voor 'n leek is het moeilijk om een architect te interviewen. Ja, ik kan u laten vertellen, hoeveel beton er voor dit stadion gebruikt is, hoeveel heipalen er in den grond staan, maar zoo is mijn bedoeling niet. Babbel zelf eens! Vertel eerst eens, hoe u er toe kwam!

Hij stak direct van wal. Verhaalde gemakkelijk. Zonder pathos, opdikking! En toch, zoo af en toe met een trilling in z'n geluid, omdat het groote werk nu klaar was.

— Nou, indertijd ben ik in Parijs, tijdens de Spelen, gevraagd om zitting te nemen in de jury voor architectuur. Ik had altijd al veel belangstelling gehad voor mijn vak, in verband met de spert. Ik had er veel over geschreven en over gepraat. In die dagen kwam ik ook in aanraking met Scharroo en Van Rossem.

Zij vroegen mij adviezen, in verband met

het feest hier. Maar dat was alles nog maar losjes, heel vaag. Toen, in November 1924, werden de eerste koppen met spijkers geslagen....

— Een officieele opdracht ?

— Nee, dat nog niet! Ik zou de zaak eens bestudeeren. Ik onderzocht eerst, of het mogelijk zou zijn om het oude stadion voor het doel geschikt te maken. Dat was 'n kwestie van een half uur. Toen wist ik, dat het absoluut onbruikbaar was. Ik heb er nog een moment aan gedacht om de amphitheaters op rollen achteruit te schuiven. Maar dat was natuurlijk ontzaglijk duur geweest. En dan — bij een stadion moeten toch gebouwen voor het boksen, worstelen, schermen zijn, een congreszaal, een dorp voor de athleten, en dat was daar allemaal niet te maken. Ik moest dus met een nieuw plan komen. Of ik dat in korten tijd op papier kon zetten ? Ja! Drie dagen en drie nachten heb ik er aan gewerkt, een kosten-berekening gemaakt, en mijn project viel buitengewoon in de smaak. Maar eerst moesten de plannen nog met de gemeente besproken worden, en eerst ook moest het congres van Praag, in Mei 1925, een

Jan Wils

beslissing geven inzake de organisatie van de Spelen. In Maart kreeg ik opdracht om in teekening te brengen, wat Holland kon doen voor het Olympisch feest. Het werden lappen van teekeningen. Ze besloegen een heele kamer-wand. Wel vier bij vijf meter! Ik maakte dat alles klaar in ongeveer één maand tijd en met één assistent. Ik had 'n divan in mijn werkkamer staan, en daar sliep ik af en toe wat op. Af en toe! Want van de vier-en-twintig uur was het twee-en-twintig uur ploeteren. Om in conditie te blijven, rookte ik beestachtig veel sigaretten. Maar voordat ik iets liet zien, haalde ik den ouwen baas er bij. Berlage! M'n leermeester! Wat zou die er van zeggen ? Nou, hij vond 't verduiveld mooi. En dat is een van de mooiste momenten in m'n leven geweest! Toen ging de heele zaak naar Praag, en werd daar gunstig ontvangen.... Wils stak een nieuwe sigaret op, zuchtte diep, blies wat ijle rookslierten in de fijne zomer-lucht, en

vervolgde:

— Ja, in 't ouwe stadion zaten 'n paar cardinale fouten. Je kon er de menschen niet weg krijgen. Je kon er met al die auto's op het belachelijk kleine voorplein niet uit de voeten komen. Ik heb dus bij de gemeente erg op 'n goed verkeer gehamerd. En dat viel in goede aarde bij den burgemeester. Ze hebben 't me later verteld, dat het initiatief voor dit ruim terrein, waarop het nieuwe stadion staat, van den burgemeester is uitgegaan. Ik was in m'n element. Toen kwam er 'n telegram. Ik zat in Parijs. Moeten weten, hoe constellatie zal zijn nieuw terrein! Dat was in den zomer van 1925. Ik wipte met 'n vliegmachine over, en de plannen waren in drie dagen klaar!

Weer was er even pauze. Al is het stadion gewrocht, er wordt in dit stadion nog om den haverklap om den bouwmeester geroepen. Toen Wils terug kwam, was hij meteen weer in z'n verhaal.

— Dat heeft tot October geduurd. Toen moest ik het project verder uitwerken. M'n eerste punt was om een volledig plan werk-programma klaar te maken. Op slecht weer rekenen, op staking, hoeveel dagen voor studie-reis, hoeveel dagen voor de bonden om de zaak sport-technisch te bestudeeren, hoeveel tijd voor het slaan van de palen enzoovoorts. Nu, daar heb ik veel pleizier van gehad. Ik hoefde me nooit zenuwachtig te maken. Al ging de heele Wees-

perzij op z'n kop staan, ik kon rustig blijven. Er was zelfs een gezegde: kalm als Wils zelf! Ik moest op tijd klaar zijn. En dat kon!

Nogmaals efkens intermezzo! Jan van den Berg schoof aan: meneer Wils, dat en dat moet nog geschilderd. Komt in orde! En verder kwam het verhaal naar mijn oor en potlood:

— Ik heb van tevoren geen studie-reis gemaakt. Eerst wilde ik m'n plan heelemaal klaar hebben. Het zou verwarrend zijn geweest om eerst andere dingen te zien. Toen ging ik rond neuzen. Colombes! Frankfort! Berlijn! Düsseldorf! Keulen! En 't gevolg is geweest, dat ik eigenlijk geen schrapje aan m'n project heb veranderd. In Maart 1926 ben ik begonnen, m'n werk-teekeningen te maken. In anderhalve maand waren, wat wij dan noemen, de bestek-teekeningen klaar. In September 1926 is de eerste werkman hier, op het terrein, gekomen. De gemeente was intusschen al in Maart met de ophooging begonnen. Half October gingen de eerste palen in den grond. Op 4 November werd het eerste beton gestort in de fundeering. En 18 Mei, dus juist een jaar geleden, werd de