379

17—18 Jahrhunderts erscheinen gegen sie dürftig, trocken und farblos". Hugo Eiemann acht dit tijdperk van het oude kunstlied van zooveel belang, dat hij een verzameling „Hausmusik aus alter Zeit: intime Gesange mit Instrumentalbegleitung" gereed maakt, geschikt voor de praktijk, in partituur en stemmen. Eiemann's verzameling, die een beeld van het liederen tijdperk 1300—1500 zal pogen te geven, omvat voorloopig twaalf bundels die met de Florentijnschc meesters aanvangen en met de Duitsche eindigen. Zij zal bij Breitkopf und Hartel het licht zien.

Julius Stockhausen is tachtig jaar oud geworden. De beroemde zanger en zangpaedagoog verheugt zich in een flinke gezondheid en geeft nog privaatzanglessen te Frankfort a/d Main. Als zoon van muzikale ouders — zijn vader was een vermaard harpist, zijn moeder een gewaardeerde zangeres — kreeg hij ook een opvoeding die zijn aanleg voordeelig ontwikkelde. Op het Parijsch Conservatoire werd hij leerling van Manuel Garcia. Met de grootste zorgvuldigheid legde hij zich toe op het bel canto, doch reeds vroeg zag hij tevens in de beteekenis en waarde van het gezongen woord, van de behandeling van de tekst. Het tooneel heeft Stockhausen nooit aangetrokken. Reeds in 1853 op het feest te Dusseldorp trad de jonge barytonzanger als een rijp kunstenaar op, met verbluffend succes. Weldra had en behield hij onbetwist de plaats van den voornaamsten concertzanger van Duitschland. Een zanger, wiens zang-techniek allen ten voorbeeld werd gesteld. Aan zijn schitterend voorbeeld — erkent de Frank/. Ztg. — in de eerste plaats is te danken wat wij sedert veertig a vijftig jaren onder den Duitschen zangstijl verstaan. Vooral in de liederen van Beethoven, Schurnann en Schubert heeft hij zijn uitmuntende zangkunst getoond, maar evenzeer in het oratorium, in Bach, Handel en Mendelssohn. Rich. Wagner wilde Stockhausen de leiding der op te richten „Stilbildungs- und Gesangsschule" te München opdragen. Na in vele steden in verschillende betrekkingen te hebben gewerkt — te Berlijn o.a. als directeur van de Stern'sche zangvereeniging — vestigde Stockhausen zich in 1878 te Frankfort, waar hij zijn eigen school stichtte, en waar de meest bekende zangers en zangeressen van onzen tijd zijn leiding hebben genoten. Wij noemen van die velen Joh. Messchaert, Pauline De Haan—Manifarges, Anton van Rooy. In 1881 is bij Peters te Leipzig Stockhausens „Gesangsunterrichtsmethode" in twee deelen verschenen.

Te Parijs is op 60-jarigen leeftijd overleden de dirigent van de Opera Comique, Jlexander Luigini de opvolger van André Messager. Luigini, die te Lyon de eerste opvoering instudeerde in Frankrijk van de Meistersinger, was zeer gezien bij de artiesten en het publiek. Zijn drukke bezigheden lieten niet toe, dat hij veel componeerde. Een zijner balletten, het Ballet Egyptien, heeft succes gehad.

De nalatenschap van Johannes Brahms, welke de „Neue Brahmsgesellschaft" eerstdaags zal publiceeren, bestaat, volgens de „N. Zeitschrift für Musik" uit de volgende stukken: een in 1853 met Schurnann en Albert Dietrich gecomponeerde sonate en een piano en viool-sonate Joachim gewijd, cadenzen voor klavier-concerten van Mozart en Beethoven, een reeks van canons voor gemengd koor en voor vrouwenstemmen, koorliederen en orkestratie van eenige Schubertsche liederen.

De strijd tusschen Pietro Mascagni en het conservatorium te Pesaro, dat hem ontsloeg uit zijn betrekking als directeur, is eindelijk uit. Het hof van appèl te Rome bepaalde, dat het conservatorium schadevergoeding moest betalen aan Mascagni.

In het Monnaie-Theater te Brussel zullen in het a.s. seizoen ter opvoering komen: Salorne van Richard Strams en La Reine Vahslé van Emile Maihieu.

Te Birmingham zal een driedaagseh muziekfeest in October plaats hebben. Bij die