ió6 bescheiden uit de archieven der marine,

ringscorps voor Naarden heeft de Eer den Heere Luitenant Kolonel I. F. C. wardenburg als commandeerende het Corps Zeelieden bij het belegerings Corps onder mijne bevelen bij deszelfs vertrek volgens ontvangene hooge ordre naar andere destinatie plechtig mijnen dank te betuygen voor deszelfs militaire order en beleid waarmede denzelve en deszelfs Corps den dienst onzer doorluchtige Souverein met de hoogstmogelijke braafheid heeft nuttig en dienstbaar geweest. Ik verzoek U Luitenant Colonel de respective heeren Officieren van U Corps allen te zamen en yder afzonderlijk te willen verzekeren dat ik hen even gelijk hunne Chef de hoogste achting toedrage voor de uitsteekende diensten welke zij bewezen hebben, waaromme ik dezelve bij deze nominatif gedenke als: Kapitein : Jan Hendrik Tiggeler.

Jacobus Verveer. George Felix Schneijders. Johan Daniël van Gote. Pieter Gelderop. Hendrik van de Velde. Antoon Anemaat. ie Luitenant: Jan Coenraad Koopman ]).

Hendrik van den Bosch. Van der Mark Bonwis. Sous Luitenant: Johannes Hermanus Jacot.

Willem Dominicus van Berckel. gelijk ik mede niet stilzwijgend kan voorbijgaan de dienste bewezen door den Heere Chirurgijn majoor Johannes Hermanus Efting en de Chirurgijn Zwaneveld als door hunne bereidvaardigheid, kunde en bekwaamheid mijnen dank verdiend hebbende terwijl ik den Heere Luitenant Kolonel Jan Frederik Christiaan Wardenburg en deszelfs heeren officieren wel expresselijk verzoeke hunne brave onderofficieren en matroosen te betuijgen dat ik hoogst over hunne diensten niet alleen te vreeden maar dankbaar ben, en het mijne eerste plicht zal zijn hun als zodanig aan onze doorluchtige Souverein te doen kennen.

198. Maatregelen ter overneming der schepen, enz. aan den Helder.

16 April 1814 2). Uit eene ingekomen missive van den Secretaris May ge-

1) Van 1830—1832 commandant van Zijner Majesteits zeemacht op de Schelde.

2) Verbaal van den secretaris van staat voor de zaken der marine (gewijzigde titel van den commissaris-generaal na aanneming van de grondwet) van 16 April 1814 No. 77. — Arch. dept. van marine.