66

•vele voortreffelijke bij zonderheden, niet onwelkom en liet, ook door hare goede uitvoering, een niet onaangenamen indruk achter.

Beethoven's onovertroffen Coriolan-ouverture kwam met zijne kiachtige accoorden de weeke, sentimenteelc stemming uitwisschen, waarin de symphonie ons gebragt had. Die harde, trotsche, brutale patriciër, met zijnen haat en zijne liefde, met zijn strijden en sterven, moest wel eenen diepen en blijvenden indruk achterlaten, een indruk, waarbij al het goede, dat wij dezen avond hoorden , gevaar liep van vergeten te worden. En toch zullen wij onzen ouden kennis, Henri Vieuxtemps, met zijne diepgevoelde, innige voordragt nog kunnen herdenken. Van hardheid, doldrifligheid en trots is bij dezen voortreffelijken kunstenaar geen sprake, maar van zijn innerlijk muzikaal leven, dat in de diepte van zijn gemoed menigen storm mag ondervinden , is de ligte opborreling, die aan de oppervlakte verschijnt, en zich in zijn heerlijk spel openbaart, een onmiskenbaar teeken. Hij gaf ons zijne edele kunst, met zijne gewone eenvoudigheid en bescheidenheid ten beste, en ontving daarvoor de welverdiende hulde, die het zeldzame talent van den gevierden nabuur, steeds in hoogere mate van ons publiek weet af te dwingen. In den heer Marchesi begroeten wij een goed zanger, die vooral in de aria «Largo al factotum" uit den Barbiere, veel komische Verve en een goeden italiaanschen zangstijl openbaarde. — De uitvoering der orcheststukken was als naar gewoonte weder over 't geheel zeer goed. In Beethoven's Coriolanouverture was zoowel opvatting als uitvoering meesterlijk.

Het Toekomst-Concert, dat weinige dagen daarna plaats had, bood ons behalve eenige soli van onzen Vieuxtemps, den nooit volprezen, en den middelmatigen en aan twijfelachtige intonatiën overrijken zang van mev. Zademak-Doria uit Rotterdam, die in eene looneelvoorstelling beter op hare plaats schijnt te zijn dan op een concert, eene symphonie von Gade (N°. 3 in A-mol) en ouverturen van Mendelssohn (Meeresstille und gliickliche Fahrt) en von Weber (der Freyschülz). De orcheststukken werden, onder de leiding van den heer Lubeck op de gewone, zeer verdienstelijke wijze uitgevoerd. Vooral voldeed Gade's schoone symphonie bijzonder goed, en mogt de uitvoering daarom van de nipt al te druk opgekomen toehoorders welverdiend applaus verwerven.

Vieuxtemps was weder de koning van het feest, en dat mev. Doria geene koningin was, lag niet aan de goede bedoeling, waarmede zij hare medewerking verleende,

Zevende concert nDiligentia," Woensdag 19 Maart 1862.

Programma. Symphonie N". 5, van v. Beethoven. Aria van Righini , door mev. Offer inans van H o v e. Recitatief en andante voor cello, van J. H. Lubeck, door den heer L. Lubeck. Concerto voor piano, van Mendelssohn , door den heer E. Lubeck. Ouverture (Zauberflöle) , van Mozart. Adagio en rondo van Servais , door den heer L. L u b e c k. Variatiën van Rode, door mevrouw Offermans van Hove. Berceuse en Polonaise, van en door den heer E. L ub e c k. Jubel-ouverture van v, Weber.

Indien de zelfvoldoening, waarmede men, aan den avond van een arbeidzaam leven genaderd, kan terugzien op den afgelegden weg en de volbragte taak , indien het genot der rijpe vruchten , welke men mag plukken van het goede zaad, dat men heeft uitgestrooid, gelukkig

maakt, dan moet de heer Lubeck, die gedurende zoovele jaren aan het hoofd van 't muzikale leven in de residentie stond, die nog altijd èn als Direkteur der Kon. Muzijkschool, èn als Orchest-Directeur met onvermoeiden ijver en nog steeds diep doordrongen van de waarde en de roeping der kunst, werkzaam is, dan moet J. H. Lubeck zeggen wij, de gelukkigste man ter wereld zijn. Gelukkige oogenblikken zijn het ten minste voor hem geweest, toen hij op het zevende Diligentia-concert, le midden van zoovele voortreffelijke kunstenaars, die hij vormde en wier talent hij hielp ontwikkelen , van zijne beide zonen, van Verhulst, van mev. Offermans van Hove en van zoovele andere, uil de handen van het bestuur een kostbaar zilveren geschenk mogt ontvangen , dat hem door de leden en donateurs van het concert als eene welverdiende hulde aan zijne uitstekende talenten en als blijk van erkentelijkheid voor de onwaardeerbare diensten, door hem gedurende eene lange reeks van jaren aan het concert bewezen , werd verëerd. De vleijende bewijzen van deelneming, door de Vorstelijke personen, die ook ditmaal weder bet concert met hunne hooge tegenwoordigheid vereerden, aan den heer Lubeck geschonken, de warme toejuiching , waarmede het talrijk opgekomen publiek, de passende toespraak van den voorzitter-commissaris , begroette, kan niet anders dan streelende gewaarwordingen bij den voortreffelijken oud-direkteur hebben opgewekt, en strekt tevens ten blijk, dat het aan buitengewone verdiensten nu en dan mag gelukken, het nedei landsche publiek , dat in den regel zoo weinig sympathie voor de kunst en den kunstenaar aan den dag legt, uit zijne gewone onverschilligheid op te wekken. Moge deze avond nog lang bij den waardigen man in aangename herinnering blijven en moge hij nog lang gespaard worden, om de Toonkunst in Nederland met raad en daad bevorderlijk Ie zijn! Dat hij nog kracht bezit, om waar noodig voor de kunst werkzaam te zijn, bleek overigens voldingend uit het recitatief en de andante van een concerto voor violoncel eerst onlangs door hem voorwijnen zoon gecomponeerd en door dezen met zeer veel talent voorgedragen. Deze zeer schoone compositie vol jeugdige kracht en frischheid is niet het werk van iemand wiens krachten aan het dalen zijn, of wiens talenten zijn uitgedoofd.

Dat de belangstelling van het publiek voornamelijk op de ovatie, welke den oud-direkteur ten deel viel, geconcentreerd was, zal wel niemand verwonderen, en er was ook niets minder dan het uitstekende spel van den heer E. L u b e c k loe noodig, om de aandacht te boeijen en warme deelneming te wekken. Het verbazingwekkende mechaniek, dat het spel van dezen kunstenaar kenmerkte, is niet minder opmerkelijk, dan de artistique opvatting, die hij in zijne voordragt legt. Hij is every inch an artist. Trouwens noblesse oblige, en die den naam van Lubeck draagt, mag zich niet met een half talent en eene halve reputatie tevreden stellen. Ditzelfde kan gezegd worden van den jongeren broeder , die in de voordragt van zijns vaders compositie en in het adagio van Servais stuk a grand fracas, weder blijken gaf van onmiskenbaar talent, dat slechts wat meer a plomb en vooral nog meer studie vereischt om hem nevens zijnen broeder eene zeer eervolle plaats onder de Europesche kunstenaars van naam le doen innemen. — Wanneer wij zeggen, dat mev. Offer mans hare beide aria's met hare gewone virtuositeit zong, zal dit den lezers der Caecilia voldoende zijn, om te begrijpen, dat zij ook dezen avond schitterde en zich warme toejuiching verwierf. De uitvoering der orchest stukken was weder