- 342 -

Al sprekende kreeg Nederland er ook aardig van langs, omdat het zoo lang gewacht heeft met zich aan te sluiten bij de Berner Conventie. Hij gaf ons Denemarken als voorbeeld, dat toch ook maar een klein land is. Daar hebben de toestanden zich aanmerkelijk verbeterd, zoowel voor publiek als auteurs. Er wordt nu meer oorspronkelijk werk en minder rommel gelezen dan vroeger.

Hij vertelde ook, hoe hij eerst hulponderwijzer was geweest en in zijn vrijen tijd schreef. Hoe hij zich eindelijk aan grootere werken gewaagd had en eens, om een al te vrij boek, de „doos" in moest. Eerst was het ploeteren, doch nu is hij er aardig boven op. Wied is thans een welgesteld man, heeft een aardige villa en een prachtigen tuin. „En zoo leef ik om eindelijk in het jaar 1927 te sterven, algemeen bemind, en betreurd door vrouw en kinderen."

Later, door zijn tiifin wandelende, liet hij mij ook een laan zien, die hij „herinneringslaan" (Mindelaane") gedoopt heeft. Aan weerskanten van deze laan staan gedenksteenen, met er ingebeiteld de namen van overleden Noorsche grootheden. Daar waren de namen van Henrik Ibsen, Holger Drachmann, den lyriker, Adam Poulsen, den grooten acteur, enz. Er stond ook een steen zonder naam er op.

„Bewaart u die voor u zelf?" waagde ik te vragen.

„Neen, die is bestemd voor mijn Nederlandschen vertaler," antwoordde hij knipoogend.

De Openlucht-schouwburg te Kopenhagen.

Openlucht-schouwburgen schijnen weer meer en meer in de mode te komen. In Duitschland verrijzen ze uit den grond. Nederland heeft er ook reeds enkele. De meest doelmatige en schoonst gelegen openluchtschouwburg, dien ik ooit gezien heb, is intusschen die van Kopenhagen. Eigenlijk zou men moeten spreken van den openlucht-schouwburg van Skadsborg, doch het is uitsluitend Kopenhaagsch publiek dat daarheen komt.

De schouwburg in het heerlijke Skadsborger beukenbosch heeft het voordeel dat hij tamelijk afgelegen ligt, zoodat geenerlei vreemde geluiden, hetzij van spoortreinen, auto's of fabrieken, de illusiën of stemmingen verzwakken kunnen. De reis er heen is wel-is-waar min of bezwaarlijk (tenminste volgens onze begrippen), want eerst zit men circa drie kwartier in den trein en dan moet men nog een wandeling maken van ruim twintig minuten. De Kopenhagenaar evenwel getroost zich deze moeite gaarne.

Men moet ook niet denken, dat er hier slechts af en toe gespeeld wordt, zooals b.v. in Bergen bij Alkmaar en elders in Nederland, neen, — bij gunstig weder avond aan avond. In den vorigen zomer werd er nagenoeg iederen avond gespeeld. In Scandinavië kan men dat doen, omreden het daar 's zomtrs zoo lang licht blijft. Men speelt nl. van 7 tot 9.30 uur.

Het is dan nog klaarlichte dag. Wanneer er gespeeld wordt, hebben de auto-taxi's in Kopenhagen" blauwgroene vlaggetjes op, ongeveer zooals in Amsterdam de tramwagens hebben wanneer de IJsclub geopend is. Hieruit kan men eenigszins afleiden, dat de belangstelling voor den openlucht-schouwburg bij het publiek van Kopenhagen zeer groot is. Amsterdam is grooter dan Kopenhagen, en toch meen ik te mogen betwijfelen, of men met een openlucht-schouwburg in de omstreken van Amsterdam succes zou hebben. Zoo kunstlievend is ons publiek niet. Bovendien, waar in de omgeving van onze hoofdstad vindt men een geschikt terrein? In het Vondel- of Willemspark zou men met geringe onkosten een openlucht-schouwburg kunnen inrichten, doch het is maar al te waarschijnlijk, dat de calvinistische bewoners van die buurten daartegen zouden protesteeren.

Het stuk, dat ik in het Skadsborgsche bosch zag, heette „Hagbarth og Signe", waarmede men dezen schouwburg twee jaar geleden ook opende. Het is een echt nationaal stuk (tragedie) van den bekenden Deenschen dichter Oehlenschlager. Het heeft vijf bedrijven, doch zij spelen alle op dezelfde plaats. De pauze tusschen elk bedrijf duurde hoogstens één minuut, zoodat men wel zeggen kan, dat er aan één stuk werd doorgespeeld, wat volstrekt niet onaangenaam was, want het stuk boeide voldoende.

De prijzen der plaatsen waren 2 Kr. en 1 Kr. Op alle plaatsen kon men de artiesten buitengewoon goed verstaan, daar de stilte door niets anders werd gebroken dan door hunne stemmen. Af en toe hoorde men een vogel tjilpen of het verre geloei van een koe Doch dat droeg er eerder toe bij de stemming te verhoogen, dan dat het stoorde.

Van Kerckhoven Jr.

Dejonge Constant van Kerckhoven, de talentvolle zoon van het kunstenaarspaar Van Kerckhoven-Jonkers, die den vorigen zomer met lof eind-examen deed aan de Amsterdamsche Tooneelschool en daarna eenigen tijd te Antwerpen verbonden was, is door de Kon. Vereeniging „Het Nederlandsch Tooneel" voor haar gezelschap geëngageerd en in het huidige tableau-de-la troupe reeds opgenomen.

Wij herinneren aan zijn, voor zijn leeftijd, uitnemende vertolkingen van „Frits" in Sudermann's gelijknamige drama in één bedrijf en van fragmenten van eenige andere rollen op den Tooneelschool-examendag.

Wij kunnen de Koninklijke Vereeniging, die beslist behoefte heeft aan talentvolle jonge tooneelspelers, met deze aanwinst niet anders dan van harte gelukwenschen.