95ü

eenmaal vervallen is, zal de taal langzamerhand in décadence raken. En op die wijze wordt de zaak der beschaving gediend.

Wij vragen het in gemoede: is een taal, waarbij laaghartige kruiperij en vleierij aan den eenen kant, hoogmoed en laatdunkendheid aan den anderen, valschheid en onoprechtheid aan weerszijden kunstmatig gevoed en onderhouden worden, waarin omslachtige formaliteiten een gemakkelijk gedachtenverkeer belemmeren, is zulk een taal waard, dat een Nederlandsch-Indisch Gouvernement haar bescherme?

Wij vragen niet, of zij als taal de moeite waard is bestudeerd te worden, wij beweren evenmin, dat het Nederl.-Indisch Gouvernement te veel voor de bevordering dier studie doet — o, waarlijk niet! — neen: voor de wetenschap is het Javaansch een hoogst merkwaardige taal, zoowel uit een linguistisch, als uit een historisch of ethnologisch oogpunt. Zeker, maar als spraak van een volk, dat wij beschaven willen, is het een onbruikbaar element uit de middeleeuwen, even misplaatst als een span geharnaste en gepluimde paarden vóór een locomotief.

Dr. A. A. FOKKER.

Den Haag, 12 Oct. '97.