De algemeene beraadslagingen in de Tweede Kamer over de Indische begrooting voor 1898.

Het algemeen debat in de Tweede Kamer bij de behandeling van de Indische begrooting voor 1898 is ongemeen rumoerig geweest; de kleine socialistische fractie achtte zich verplicht acte de présence te geven op eene wijze die ons gewoonlijk zoo kalm Parlement in rep en roer bracht en ook daarbuiten zooveel mogelijk gerucht maakte. De heer Van Kol, die wat Indië betreft niet zoo ultra-radicaal afbrekerig is als het gros zijner geestverwanten *), deed zich geducht gelden als „koloniale specialiteit." Hij moest en zou getuigen tot zijn adem stokte.

Intusschen stond het gewicht van het langgerekt debat vrijwel in omgekeerde rede tot het rumoer dat het verwekte. Den schijn van in de eerste plaats pour la galerie te spreken, hebben de heeren Van Kol c. s. niet weten te mijden.

De algemeene beraadslagingen werden geopend door

*) In zijne brochure: Land en volk van Java vindt men de van die zijde nog al merkwaardige verklaring, dat het slechtste Europeesche bestuur toch altijd nog beter is dan het beste inlandsche.

.De Hollanders er uit!" zou beteekenen: de tirannie ten troon verheffen, de knevelarijen vernieuwd, de barbaarschheid teruggevoerd en de bevolking aan roof en plundering overgeleverd.'-