VARIA

De Christenen in de Minahassa.

Het November-nummer van het Maandbericht van het Nederlandsche Zendelinggenootschap brengt „ berichten omtrent den voortgang der evangelisatie in de Minahassa over 1896." Die voortgang van de evangelisatie — zoo lezen wij — kon in de meeste gevallen niet anders beteekenen, dan „geregelden voortgang van het werk der verzorging en bevestiging van reeds lang bestaande gemeenten. Immers, al zijn er daar nog kringen of personen, die aan het Heidendom, waarin zij geboren en getogen werden, vasthouden, en al zijn er ook een deel Mohammedanen en Chineezen of Javanen onder en naast de Christenen gevestigd; het volk, als geheel beschouwd, is tot het Christendom overgegaan, de Minahassa is een Christelijk land geworden. Natuurlijk echter is dit Christelijke bij den grooten hoop meer gelegen in een uiterlijk tot de Christelijke gemeente behooren, dan in een echt Christelijken zin en wandel. Maar, waar is een Christenvolk of land te vinden, waarvan niet hetzelfde moet worden getuigd? "

De hulppredikers aan het hoofd der gemeenten en hunne inlandsche medehelpers hebben in 1896 weder, voor een