7

5e herhalen. In het allegro uit het E-mol-concert, op. 11, van Chopin, maakte hij zich aan eene overdrevene maatverandering schuldig, waardoor zijn spel zeer manierirt werd. Wij weten wel, dat men de werken van Chopin niet spelen kan als fuga's van Bach , doch er is ook in het tempo rubato eene grens, die niet overschreden mag worden.

Tweede concert, op Vrijdag den 7. December 1860.

Onder medewerking van mevrouw R ieder-Scb urnberger (zang), de heeren Léon Jacquard uit Parijs (violoncel) en Leopold Auer uit Parijs (viool).

Programma. Eerste deel. Symphonie militaire in G-dur, van Haydn. Fantaisie caprice voor viool, van Vieuxtemps. Aria uit de opera / Puritani, van Bellini. Concert voor violoncel , van Molique. Tweede deel. Ouverture caractéristique, op. 138, (de oorspronkelijke voor de opera Fidélio), van v. Beethoven. Aria uit de opera Figaro's Hochzeit, van Mozart. Sonate du Diable, (voor viool, gecomponeerd in 1730), van Tarlini. Aria uit de opera le Pardon de Ploërmel, van Meijerbeer. Fantaisie caractéristique voor violoncel , van Servais. Ouverture van de opera Anacrèon , van Chérubini.

Over virtuozen zullen wij in den regel zeer kort zijn; hoe vervelend moet het toch voor een «bestendig lezer der Caecilia" zijn, telkens over dezelfde virtuozen, die bijna overal dezelfde compositiën uitvoeren, eene kritiek te lezen.

Mev. Rieder-Schumberger is eene geoefende zangeres , die roulades, trillers etc. zuiver uitvoert; hare stem is niet krachtig. Het meeste succes had zij door de aria uit de opera le Pardon de Ploërmel.

De heer Jacquard is ongetwijfeld een uitstekend cellist, die een buitengewoon succes zou gehad hebben indien zijn instrument krachtiger van toon ware geweest. Wij zijn hem dank schuldig voor de kennismaking met een concert van Molique, dat eene allerinteressantste compositie is.

Het spel van den jeugdigen (16jarigen) violist Auer werd luide toegejuicht. Het gemis aan kracht vergoedde hij voor een deel door eene fijne en gevoelvolle voordragt der cantilenas. Zoo hij lust en gelegenheid heeft zich verder te ontwikkelen , zal hij eens als een violist van den eersten rang schittereu.

Van het orchest kunnen wij weinig spreken ; slechts twee nummers werden er uitgevoerd; de Anacréonouverture werd wegens te ver verstreken uur uitgesteld. De symphonie werd op sommige plaatsen slordig afgespeeld ; vooral in het menuetto hadden wij meer maatvastheid verlangd. Tegenover deze middelmatige uitvoering stond eene zeer goede der Beethovensche ouverture. Wij gelooven, dat wij dit verschil met grond aan de meerdere of mindere ingenomenheid van het orchest inet beide werken kunnen toeschrijven.

A.

Uitvoering door de zangvereeniging » Musicae et Amicitiae."

Op den 16. December 1860 hield de zangvereeniging Musicae et Amicitiae, onder leiding van den heer Wilhelmus Smits, hare tweede muzikale uitvoering van dit jaar , in het lokaal de Vereeniging alhier. Het eerste deel bestond uit de Athalia, van Mendelssohn Bartholdy, te weten de koren en solo's zonder het de-

clatnatoire gedeelte; vervolgens aria voor tenor en duet met koor voor sopraan en bas, beide uit de Schepping, van Haydn. Het tweede gedeelte was de voordragt van een twaalftal nummers uit Titus, van Mozart, waaronder de beide groote finales. Het accompagnement bestond uit strijkorchest met de piano, mede door dilettanten uitgevoerd. Het koor, zamengesteld uit een veertigtal jonge lieden , had een bijzonder aplomb en naauwkeurigheid van nuancering , dat vooral in de Athalia van veel gewigt was en de schoonheden van dit meesterstuk glansrijk deden uitkomen. De solo's werden even zoo loffelijk uitgevoerd en het zeer talrijk en deftig auditorium was vol geestdrift. De solo-sopranen en de alt in Athalia werden na den afloop terug geroepen, even als de tenor en bas in de overige stukken, en N°. 3 van Titus, duet voor sopraan en alt werd gebiseerd, zoowel als N°. 16, aria voor bas.

Behalve de solo-tenor en bas zijn alle zangers en zangeressen van deze vereeniging élèves van den hoogst verdienstelijken directeur, den heer Smits, die na volbragte cursus op de burger-zangschool of op zijn particuliere zangschool eene klasse vormen voor hoogere opleiding. Deze klasse is afzonderlijk voor dames en heeren. Beide beoefenen zich eenmaal 's weeks in den solo- of kunstzang en komen eenmaal in de maand bij elkander om de koren der uitvoeringen te bestuderen, als wanneer zij eene zangvereeniging vormen. Slechts bij eene op handen zijnde uitvoering is de bijeenkomst een paarmalen meer. Deze inrigting is bijzonder geschikt voor beoefening in alle vocalen schrijfstijl, waarom de heer Smits in zijne programma's zoo veel mogelijk het eerste deel aan het oratorium en gebonden schrijftrant en het tweede deel aan de dramatische muzijk schijnt te wijden. Ter liefde van de kunst wenschen wij de pogingen dezer zangvereeniging van harte geluk.

Ten slotte melden wij nog dat de directeur op het einde van het concert met daverend applaus werd teruggeroepen.

(Ingezonden).

ROTTERDAM. Ercditio Musica. Tweede concert, den 13. December 1860.

Programma. Eerste afdeeling. Symphonie (W. 4, A-dur), van F. Mendelssohn Bartholdy. Aria uit I Puritani, van V. Bellini, gezongen door mevrouw Rieder Schlum berger, uit Londen. Concert (D-dur), voor de violoneel, van B. Molique, voorgedragen dooiden heer Léon Jacquard, uit Parijs. Aria [Voi che sapete), uit le Nozze di Figaro, van W. A. Mozart , gezongen door mev. Rieder Schlumberger. Fantaisie , op thema's uit Anna Bolena , van G. Donizetti, voor de fluit, gecomponeerd en voorgedragen door den heer M i c h e 1 Folz, solo-fluitist van den schouwburg San Carlo te Napels. Tweede afdeeling. Ouverture (op. 115, C-dur), van L. van Beethoven. Fantaisie caractéristique, over het thema C'est une larme, voor de violoncel, van F. Servais, voorgedra.

- gen door den heer L. Jacquard. Aria (Ombre légere), uit le Pardon de Ploërmel, van G. Meijerbeer gezongen door mev. Rieder Schlumberger' Variatiën over een thema uit Moïse, van G. Rossini, voor de fluit, gecomponeerd en voorgedragen door den heer M. Folz. Ouverture van de opera Obéron, van C. M. von Weber.