dan begrijpt men, dat de zeevaart het belangrijkste transportmiddel in de wereld is geworden en dat de toegang tot den universeelen

zeeweg door alle volken ter wereld thans als een levensbelang wordt beschouwd. Alleen de zeeweg maakt de moderne, ver doorgevoerde internationale arbeidsverdeeling mogelijk, die er geleidelijk toe leidt, dat de hoog-ontwikkelde landen in de gematigde luchtstreken industrie-land worden en de minder ontwikkelde tropische landen producenten van grondstoffen. Het is in dit verband ook wel opvallend, dat het streven der laatste jaren naar autarkie in sommige rijken, niet heeft geleid tot een aanmerkelijke vermindering van hun zeeverkeer. De nieuwe industriën, die werden opgericht om bepaalde importgoederen binnen eigen grenzen te kunnen produceeren, hadden veelal weer grondstoffen noodig, welke van overzee moesten worden aangevoerd. Bovendien biedt de zeeweg in bijna alle gevallen een goedkoopere weg dan die over land, ook al is hij veel langer. Om deze beide redenen blijft het zeeverkeer economisch eveneens voor de autarkie-landen van groot belang.

Ook cultureel speelt de zee een vroeger ongekende rol. Niet alleen goederen, ook menschen kunnen over haar oppervlak naar alle deelen der wereld in groote aantallen vervoerd worden. Alleen de zeevaart maakte de groote kolonisaties mogelijk, de stichting van Spaansche en Portugeesche rijken in Zuid-Amerika, de WestEuropeesche nederzettingen in Noord-Amerika, de Hollandsche Kaap en het Engelsche Australië en Nieuw-Zeeland. De zeevaart deed de Westersche denkbeelden zich over alle landen ter wereld uitbreiden, deed ieder volk deelen in de zegeningen van Westersch bestuur en Westersche wetenschap.

Tenslotte heeft de zeeweg als heirweg van legers ook een groote militaire beteekenis. De oorlog van 1914—1918 gaf daarvan een ontzaglijk beeld. In November 1918 stonden in Frankrijk meer dan 5 millioen soldaten uit Engeland, Amerika, Canada, Portugal, India, naast nog tallooze arbeiders uit China, India en Afrika; daarnaast stond in den Balkan nog een gealliëerd leger van een half millioen man en een dergelijke macht in Palestina, en tenslotte een kleinere, doch toch nog respectabele macht in Mesopotamië.

Al deze millioenen troepen waren over zee aangevoerd. Dergelijke massatransporten hadden de laatste jaren plaats, toen eenige honderdduizenden Italianen naar Abessynië werden vervoerd en nu thans ongeveer een half millioen Japansche soldaten in China strijden. Voor het vervoer van legers biedt de zee practisch onbegrensde mogelijkheden.

De zee is dus niet altijd vijand; zij is ook nuttig, mits men haar slechts kan bevaren.

890