Organisatie van den dienst der torpedomotorbooten

werkplaatsen zijn voor het onderhoud, de beproeving en de herstelling volledig ingericht; de houtbewerkers bleken uitmuntend voor het onderhoud en de herstellingen der houten booten te voldoen.

Ook voor de in aanbouw-zijnde booten lijkt mij deze oplossing wederom de eenige juiste, mits:

le. de vliegdienst, zoowel wat betreft de werkplaatsen en het personeel de noodige uitbreiding ondergaat;

2e. de torpedomotorbootdienst niet al te zeer wordt uitgebreid.

Geschiedt dit laatste wel, dan moet deze dienst uitgroeien tot een afzonderlijken dienst met daarvoor opgeleid en in Nederland en Indië over en weer dienend personeel.

De punten a. en c. behoeven n.m.m. geen verdere toelichting. Het snel verwisselen van een motor is, vooral wanneer men over een niet te groot aantal booten beschikt, van het grootste belang, zoodat bij uitvallen van een motor hierdoor de boot niet direct voor dagen moet stilliggen. Torpedo's dienen in de basis te worden klaargemaakt. Aan boord moeten de werkzaamheden zich kunnen beperken tot onderhoud, bijladen, enz. Iedere basis zal dus over een luchtperspomp moeten beschikken.

Een overdekte ligplaats is van zeer groot belang, vooral met houten booten, teneinde hen zooveel mogelijk te beschermen tegen weersinvloeden, en in Indië bepaald noodzakelijk i.v.m. de zonnehitte, waardoor de booten uitdrogen en lek worden. Deze eisch moet mede worden gesteld door de omstandigheid, dat de booten bij het verwisselen van de motoren open liggen en dus beschermd moeten worden.

De eisch van een boot droog te kunnen zetten, is voor Holland en Indië verschillend, i.v.m. het aangroeiingsproces. In het algemeen is een schoon onderwaterschip natuurlijk van directen invloed op de vaart en dus moet een boot veelvuldig worden schoon gemaakt en geverfd, ter bescherming van de huid.

Schroeven, roeren, assen, enz. zullen regelmatig moeten worden geïnspecteerd en opgemeten, daar bij deze uiterst snelle en tevens fragile booten alle onderdeden foutloos moeten functioneeren. Gemakkelijk is het dus zeker, op de basis over een inrichting beschikken, welke in staat stelt, de booten droog te zetten. Of dit een drijvend dok, een gegraven dokje of een helling met een slee of wagen moet zijn, kan ddz. niet worden beoordeeld en is tevens afhankelijk van de beschikbare fondsen. Indien een dokgelegenheid niet in de basis-zelf kan worden aangebracht, moet toch in de onmiddellijke omgeving hiertoe de gelegenheid bestaan.

In de Indische Buitengewesten zal dokgelegenheid moeten bestaan i.v.m. de groote afstand tot Soerabaja, zoodat onderwater-

955